Mijn moeder noemt mij ‘de wandelende reclamezuil van Ladurée‘ en ja: het mag inderdaad een wonder heten als u nog niet doodmoe bent geworden van mijn lofzangen omtrent de beroemde patisserie uit Parijs. Maar ondanks dat mij van mijn eerste Parijsje de macarons nog het meest waren bijgebleven (twee jaar lang kon ik teren op de herinnering alleen al), had ik er nooit echt met de derrière neergestreken voor een volledige Ladurée-experience. U moet weten: bij Ladurée kun je bij binnenkomst links in de rij gaan staan voor de counter met heerlijkheden (want geloof me: er is een rij) en rechts om de theesalon te betreden. Tijdens mijn eerste trip naar Parijs was ik zó overdonderd door de aanblik van macarons in het wild – in al hun glorieuze tinten -, het prachtige pand van Ladurée en de totale ambiance dat ik helemaal vergeten was dat je er ook kon gaan zitten (en zo op ingenieuze wijze servetten en suikerzakjes mee kon jatten).
Voor ons tweede Parijsje sloten mon amour en ik een deal: ik zou meegaan naar het-restaurant-waar-hij-altijd-al-eens-had-willen-eten van Claude Colliot, en ik zou hem meesleuren naar Ladurée voor thee en een taartje. Uiteindelijk streken we neer bij de vestiging aan de Rue Bonaparte in het 6e arrondissement (trouwens een superleuk stukje Parijs, met allemaal grappige boetiekjes en niet ver bij Shakespeare & Company vandaan); volgens sommigen de mooiste boetiek van Ladurée (in ieder geval die met het mooiste uithangbord!). Uiteraard was ik voor de gelegenheid uitgedost met Vivienne Westwood-bandana met macaron-print in het haar (als ik er voor ga, ga ik er ook vol voor – in alle nerderigheid). De zeer vriendelijke serveerster die ons hielp, dirigeerde ons naar een plekje in de salon: een soort serre die historie en chique oude dames die op zondag komen brunchen uitademde. Ik plofte op een bankje dat gecapitonneerd was met een barokke stof, afgezet met een soort pompoms; vriendlief mocht plaatsnemen in een vreemdsoortige vlinderstoel van leer. Echt zo’n stoel waarop ze in oorlogsfilms die zich afspelen in de tropen op een veranda een sigaret roken, onderwijl vuurvliegjes kijkend. De muren waren versierd met prints van tropische voorstellingen; pauwen, vogels, palmbomen, dat soort werk. Thee en taartjes werden geserveerd op wit servies met een dikke zachtroze, mintgroene of babyblauwe rand, afgezet met een dun gouden randje. Alles paste perfect bij elkaar.
Ik bestelde een Ispahan en vroeg de serveerster hoe je dat uitspreekt – daar was ik namelijk altijd al benieuwd naar. “Ies-pa-hàn”, was daarop haar antwoord. “It’s the best sold pastry from Ladurée”, vertelde ze me. En na een eerste hap begreep ik meteen waarom: een Ispahan is een gebakje bestaande uit een grote macaron met rozensmaak, met daartussen een crème van lychee en verse frambozen. Bovenop een eetbaar rozenblaadje en een niet-eetbaar kartonnen logo van Ladurée (door schade en schande wijzer van geworden). Goddelijk. Mon amour – die niet zo’n zoetekauw is- bestelde een éclair met citroen en basilicum en liet alleen een tevreden gebrom horen. Beide dronken we een huisgemaakte thé glacé; lekker frisse, échte ijsthee.
De dag tevoren had ik trouwens bij de Ladurée aan de Rue Royale een réligieuse gekocht: een taartje in de vorm van een kathedraal (vandaar de naam), gemaakt van gestapelde soezen gevuld met een soort room en bekleed met glazuur. Ik koos de smaak ‘violette’: viooltjes dus. Toen vriendlief en ik onze Ladurée-tasjes het hotel binnensmokkelden, riep de garcon – die even buiten stond te paffen – enthousiast naar ons: “Ahh, pour moi?” onderwijl naar de tasjes grijpend. “Non, non, pour moi!” gilde ik daarop (iets te hard) terug, snel de lift in vluchtend. Gehuld in badjas heb ik mijn religieuse op mijn hotelbed langzaam op zitten eten.
Theedrinken bij Ladurée is absoluut een ervaring die ik je zal aanraden als je net als ik houdt van het hele ritueel van theedrinken en de aanblik van kunstige taartjes. Let wel: Ladurée is aan de prijs. Een klein taartje in de salon kost gemiddeld 9 euro. En ga je voor iets van de lunchkaart, dan betaal je zo’n 28 euro voor een salade. Mon dieu!
Maar een keertje splurgen voor een overheerlijke Ispahan en een kopje echte Ladurée-thee is naar mijn idee echt wel geoorloofd, je krijgt er immers een gelukzalige glimlach voor terug (en dát is natuurlijk onbetaalbaar)…
Tip de la tip: Ladurée aan de Rue Bonaparte heeft nog een apart winkeltje met allemaal Ladurée-parafernalia: van decadente geurkaarsen tot aan notitieboekjes, luxe sleutelhangers in samenwerking met het Japanse Mark’s en zelfs kettingen van Yazbukey (squeal!).