Tag Archives: Skinny Weeks and Wicked Weekends

Gruwelijk lekker recept: okonomiyaki (hartige Japanse pannenkoek met kool)

Dit gerecht is zo gruwelijk lekker, dat je je chopsticks erbij opeet. En, zoals het de beste recepten betaamt: het is doodeenvoudig en snel klaar (doordeweeks ben ik vaak een lazy cook). Ik kwam het recept tegen in ‘Skinny weeks and wicked weekends‘ van mijn bff Gizzi Erskine (denkbeeldige bff, maar dat zijn details) en toevallig was een vriend die onlangs naar Japan afreisde ook razend enthousiast over deze Japanse klassieker. Repeat after me: o-ko-no-mi-ya-ki. Als een Japanse rap. Vrij vertaald betekent het: ‘gekookt zoals je wilt’. Want deze Japanse pannenkoek kun je aankleden met wat je maar wilt. Gizzi gebruikt in haar recept Chinese kool, bosui en plakjes bacon. Nu was er in mijn buurtsuper geen enkele Chinese kool te bekennen, dus ging ik voor spitskool (voorgesneden in een zakje, foei NEnz!). Maar het resultaat was zó lekker, dat ik het nu elke keer met spitskool maak.

Voor de okonomiyaki-saus geldt hetzelfde verhaal: die hebben ze niet bij de Appie of Jumbo. Wél bij de toko. In een heel grappig flesje nog wel. Maar, mijn vriend heeft een allergie voor E-nummers (niet fysiek, maar geestelijk) dus besloten we de saus zelf te maken. En raad eens wat: daar draai je ook je ovenwant niet voor om.

Dit zijn de ingrediënten die je nodig hebt:

* 50 g bloem (maak er maar het dubbele van; uitleg volgt)
* 75 ml dashi of kippenbouillon
* 1 scharrelei (doe maar twee!)
* zout
* 1 el tenkatsu (tempuravlokken) of panko (Japans broodkruim)
* 4 lente-uitjes, in ringetjes gesneden (minder mag ook, vind ik lekkerder)
* 1/4 Chinese kool, gescheurd
* 1 el plantaardige olie
* 2 plakken bacon, van die goeie. Of gebruik vier plakjes ontbijtspek.
* een flinke dot okonomiyaki-saus (die maak je zo zelf, let maar op)
* een snufje togarashi en/of sanshopeper

Ik ben zo dol op die kewpie-mayonaise (die zeepfles met dat baby’tje erop – nu ik erover nadenk lijkt het wel bodylotion)! Maar ik had er tot nu toe nooit een bestemming voor. Je kunt het trouwens gewoon kopen bij AH tegenwoordig. En bij Xenos (?) heb ik het ook al gezien.

Voor de okonomiyaki-saus heb je nodig:

*4 el tomatenketchup
* 1/2 el worcestershiresaus
* 1/4 tl dijonmosterd
* 2 el mirin
* 1 el suiker
* 1 tl lichte sojasaus

Allemaal mengen in een pan. Drie minuten zachtjes laten doorpruttelen. Ik zei toch dat het een eitje was?

Chop chop! By the way: volgens mij heeft Gizzi aandelen in bosuitjes, want ze gebruikt er in bijna elk recept minstens vier (bless her heart). Dat is mij iets te gortig. Voor dit recept gebruik ik er dan ook gewoon twee, dat vind ik echt zat (ook al ben ik dol op bosui).

Hier mix ik het beslag. Ziet er nu nog niet echt aantrekkelijk uit, maar heb geduld, lieve foodie! Overigens, wat dat beslag betreft: ik maak wel de dubbele hoeveelheid (dus ook met twee eieren – maar nog steeds dezelfde hoeveelheid bosui). Ik weet ook niet waarom, maar als ik de hoeveelheden van Gizzi aanhoud, krijg ik meer kool dan beslag. Zou ook kunnen dat ik teveel kool uit de zak gebruik – ongeveer een kwart – , maar op deze manier vind ik ‘m wél lekker.

Sprenkel eerst wat zonnebloemolie in een medium pan en giet dan het beslag erin. Leg er twee plakjes bacon of vier plakjes ontbijtspek op.

Dan de truc: even afdekken met een deksel. “Dan is de pannenkoek eerder gaar”, aldus Gizzi. Duurt zo drie minuutjes. Dan: omdraaien. Niet freaken als je okonomiyaki breekt gedurende dat proces, want je kunt ‘m weer een soort van aan elkaar boetseren door ‘m aan te drukken. Bak nog eens drie minuutjes, tot de pannenkoek goudbruin is.

Laat ‘m op een bord glijden met de kant met bacon naar boven. Zet er horizontale lijnen op met okonomiyakisaus en verticale met kewpie-mayonaise (of andersom: you get the picture). Ik was een beetje gehaast, want hongerig, dus mijn lijnenspel is niet zo kunstig geworden. Als laatste kun je er nog wat togarashi of sanshopeper overheen sprenkelen, als je die kunt vinden bij de toko. Ik gebruikte een blikje shichimi togarashi uit de Original Spices-lijn van Jonnie Boer (gewoon in de supermarkt!).

Ik serveerde dit met gegrilde aubergines met miso, ook uit Skinny weeks and wicked weekends. Lekker!

Gizzi’s Skinny Weeks & Wicked Weekends (en NEnz’s wicked wc-avontuur)

Of ik een kookworkshop van Gizzi Erskine bij wilde wonen, werd me gevraagd. Ter ere van haar nieuwe boek: ‘Skinny Weeks & Wicked Weekends’ dat net uit is in Nederland. Ik heb bijna de hele nacht niet kunnen slapen, zo leuk vond ik het (en spannend: koken met Gizzi, waaaah!). Wie dit blog al een tijdje volgt, weet dat ik zielsgelukkig werd van Gizzi’s eerste boek, ‘Kitchen Magic’ (in het Nederlands: ‘Keukenmagie’ geheten). Wat heet: ik heb jullie zelfs lichtelijk gedwongen het ook aan te gaan schaffen, voor kerstmis. Dat boek ging dus mee in de tas. Mee naar Gizzi. Gizzi die ik in gedachten al heimelijk mijn nieuwe BFF zag worden. Voornamelijk omdat ik eerder op haar Twitter-account had gezien dat ze een kat heeft die ze ‘Kimchi’ heeft gedoopt; naar het Koreaanse gerecht van gefermenteerde kool & groenten. Ik dacht dat ik de enige ter wereld was die haar kat de naam van een smakelijke Aziatische maaltijd had gegeven (Noodles, ofcourse)…

Vijf minuten voor de workshop zou beginnen, liep ik gehaast en een beetje verregend de kookstudio van Smulweb in Amersfoort binnen. “We gaan zo beginnen!”, riep Annet van Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum. Aangezien mijn levensmotto ‘Never miss an opportunity to pee‘ is, rende ik nog even snel het kleinste kamertje binnen… om daar oog in oog te staan met Gizzi. In al haar schoonheid. Ik stond perplex. “Oh my God, you’re Gizzi!” kraamde ik uit. “Hi there, how are you doing?”, riep Gizzi lief & enthousiast. “I’m fine, how are you?”, wist ik nog net uit een achterkamertje van mijn stomverbaasde brein te plukken. “Oh, I’m great! Just fixing my eyelashes”, zei Gizzi. “Oh my God, I can’t believe I’m running into you”, zei de bakvis in mij, “I’m here for the workshop”. “Great! It’ll be much fun”, zei Gizzi enthousiast, ondertussen de deur van het toilet voor mij openhoudend. “Just go ahead, see you in a bit”, dirigeerde ze mij het wc-hokje in. Alwaar ik minstens een minuut lang niet kon plassen, doodsbang dat Gizzi mij aan de andere kant van de deur letterlijk zou horen afwateren. Toen ik klaar was, spiekte ik heel voorzichtig om het randje van de deur, maar Gizzi was alweer verdwenen. Gelukkig maar (maar ik blijf voorlopig wel mooi vasthouden aan dat levensmotto!).

Enkele minuten later stond ze voor ons, aan de andere kant van het kookeiland. Om ons te vertellen over haar bloedmooie nieuwe boek. Gizzi vertelde dat ze gek is op eten. Gizzi: “I love food and I want lots of it!”. Maar na een drukke periode, merkte ze dat ze zes à zeven kilo was aangekomen, waar ze zich wat ongemakkelijk bij voelde. Ze wilde weer op haar oude gewicht komen, zonder daarvoor te moeten diëten of – gruwel – niet langer te kunnen genieten van really good food. Ze leerde meer over de manier waarop Bodybuilders eten: zes dagen in de week eten ze wat bewuster – veel groenten, iets minder koolhydraten, niet je hele bord volscheppen terwijl je eigenlijk aan minder genoeg hebt – maar één dag per week eten ze gewoon alles wat ze willen. “Diëten zijn niet vol te houden als je van lekker eten houdt en juist door één dag in de week anders te eten, geef je je metabolisme een boost“, aldus Gizzi. Haar boek bestaat dan ook uit twee delen: de Skinny Weeks, boordevol recepten die niet teveel tijd kosten als je door de weeks uit je werk nog moet gaan staan koken maar die heel veel smaak bevatten, en de Wicked Weekends, die geënt zijn op een waar food festijn, liefst te verorberen met een grote groep vrienden of familieleden.

Gizzi kookte twee recepten uit haar boek voor ons: de Thaise rijstschotel met kip – waar we allemaal gelijk in mochten duiken om te proeven – en de passievruchten puddings met frambozen. We mochten alvast snoepen van Gizzi’s passievruchtengelei – die absoluut goddelijk was – waarna Gizzi de puddings nog even zou afmaken terwijl wij aan de slag gingen in de professionele keuken van Smulweb, om Gizzi’s Thaise rijstschotel nu zélf te maken.

Onder het kokkerellen kwam Gizzi bij ons langs om te kijken hoe het vlotte met de saus en te proeven of die op smaak was. “Let’s do it the naughty way”, zei ze, terwijl we beiden een vinger door de pan met curry haalden, om te proeven. Ik kon het niet laten om te bonden middels kattenpraat: “Gizzi, is it true that you have a cat named Kimchi?”, vroeg ik. “Oh my God, you know about Kimchi! Have you seen her?”, zei ze. “My boyfriend just send me a picture of her, because she swept all the stuff from the cupboard!”. “My cat does that as well”, zei ik, “he’s named Noodles”. “Nóódles?!”, riep Gizzi, waarna we beiden een gilletje slaakten. Gizzi riep nu luid:”Well, we named her Kimchi… óf a Noodle!”.

Toen alle Thaise rijstschotels nog geen half uurtje later dampend op tafel stonden, mochten we aanvallen. Gizzi kwam vervolgens aan met het toetje: een groot dienblad vol met bloedmooie passievruchten puddings met frambozen. YUM! Daarna praatte Gizzi nog honderduit met ons over haar favoriete chefs (over Anthony Bourdain: “Oh my God, I could marry him!”), de supercoole pop-up-restaurants die ze regelmatig organiseert in parkeergarages, nachtclubs en leegstaande panden in Londen (“It’s illegal dear…”) en haar roots (haar vader is Engels, haar moeder is deels Pools en ze woonde de eerste jaren van haar leven in Thailand, waar ze de smaken van de Aziatische keuken met chopsticks ingegoten heeft gekregen). Bovenal is Gizzi ontzettend gepassioneerd over eten & koken, en dat blijkt uit alles waar ze over praat. Over de eeuwige vergelijking die wordt getrokken met een andere vrouwelijke Britse kokende tv-personality; Nigella Lawson, zei ze dan ook: “I love what she’s doing, she does an amazing job, but we’re very different. I’m not a domestic cook, I trained to be a professional chef. And I want to be among the big boys where it’s about knife-skills, you know?”.

Zo stoer als Gizzi te werk gaat in de keuken, zo hartelijk en benaderbaar is ze ook als je je in één ruimte met haar bevindt. Op de vraag of ze nog wel vrije tijd heeft tussen het promoten van haar boek, dj-en (Gizzi draait graag 60’s soul vertelt ze ons) en oprichten van pop-up-restaurants in, zegt Gizzi dat ze inderdaad een zeer druk en hectisch leven lijdt, met amper tijd voor haarzelf. “But I absolutely love what I’m doing. I wouldn’t trade it for the world.” Misschien is de enorme tattoo op haar rug, van twee engelenvleugels – nog wel de mooiste metafoor: dát doen waar je gelukkig van wordt, geeft je vleugels…

* Als je kookt met olijfolie, gebruik je algauw veel te veel terwijl dat helemaal niet nodig is. Gebruik het liefst een olijfoliespray en spray die liever op het vlees dan in de pan, dan krijg je geen onnodige calorieën binnen.

* Vervang gewone witte rijst door bruine rijst (zilvervliesrijst): daar zitten belangrijke voedingsstoffen in en het is daardoor gezonder voor je. Witte rijst bevat veel loze calorieën.

* Zorg ervoor dat je je bord vooral vult met groenten en eiwitten (zoals vlees of vis) en een bescheiden hoeveelheid koolhydraten (pasta, rijst, brood). “De hoeveelheid koolhydraten zou per maaltijd niet groter mogen zijn dan een sneetje brood, 3-4 nieuwe
aardappelen of een handvol rijst.”, schrijft Gizzi. Dat is wennen, maar zeker de moeite waard. Want laten we wel wezen: dat wat je óp je brood of rijst legt, is toch het lekkerste gedeelte van je maaltijd! Bovendien: van groenten kun je je een ongeluk snacken zonder dat je te veel eet, maar koolhydraten moet je ook weer zien te verbranden.

* Het is niet nodig om zes dagen calorieën te gaan zitten tellen (en nogal een downer, als je ’t mij vraagt…) maar probeer wel globaal aan te houden dat je ontbijt zo’n 300 calorieën bevat, je lunch 400 en je diner 600. Met de makkelijke en – echt! – heerlijke recepten van Gizzi red je dat makkelijk. En tel uit je winst: zo houd je 200 calorieën over voor tussendoortjes en toetjes.

 

Het smakelijke en prachtig vormgegeven (met illustraties van haar vriendje Dean!) Skinny Weeks & Wicked Weekends van Gizzi Erskine kost 25,00 euro en ligt nú bij de Nederlandse boekhandels.

Met heel veel dank aan Annet van Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum!