Terwijl ik nietsvermoedend een broodje afrekende bij V&D, zei het meisje achter de kassa ineens tegen me: "Leuke stijl". Ik, niet bepaald het licht van de familie antwoordde met: "Stijl?". Waarop ze zei: "Ja, je hebt een leuke stijl. Je ziet er leuk uit." Nu weet ik niet hoe dat met u zit, maar ik ontvang niet elke dag complimenten van vreemden. En al helemaal niet zulke bijzondere! Ik heb de rest van de dag lopen glimmen als een gloeiworm. Goed voornemen: ook vaker (gemeende) complimenten geven aan vreemden. Geheel volgens de principes van Operation Beautiful.
Mijn kattenmoederhart huilde toen Noodles afgelopen vrijdag voor het eerst met ons naar de dierenarts moest. Voor het onschadelijk maken van zijn ‘home entertainment system’ (jeweetwel) en tevens voor het plaatsen van een chip in zijn vachtje, zodat hij, mocht hij op een onbewaakt moment besluiten via het slaapkamerraam de wijde wereld in te trekken, altijd weer bij ons terugbezorgd kan worden. Zoals gezegd had ik met die arme troetel te doen, maar had ik ondertussen ook al visioenen van een McSteamy-achtige dierenarts die mij na afloop met fonkelende ogen zou vertellen hoe lief & braaf Noodles wel niet geweest was, wat een mooie kat het wel niet is en dat wij – zijn baasjes – het voorbeeldige kattenouderduo zijn. Helaas niets van dit alles. De dierenartsassistente trok een vies gezicht en sprak: "Noodles is niet zo lief geweest hoor!". Waarop zij een huiveringwekkend verhaal uit de doeken deed van hoe gemeen onze kater tegen de dierenarts had geblazen, dat hij zich niet liet pakken voor een prik en door de hele operatieruimte rondrende en dat hij na afloop niet rustig in een ruime kooi mocht uitslapen tussen zijn brave collega-katten, maar dat hij ín een kooi ín die kooi moest worden gestopt omdat ze bang van hem waren geworden. Als toppunt had meneer ook nog eens zijn hele handdoekje ondergeplast. Niet alleen Noodles vertrok met zijn staart tussen de benen; ook wij. Ik vrees dat deelname aan een kattenconcours er met hem niet inzit.
Heeft u dat nou ook weleens; dat u in een bui van ‘zen & zalig’ tegen uzelf zegt: "ik heb deze Fafi-schoenen niet nodig, ik heb genoeg schoenen". Wel, die bui had ik onlangs, maar die was van korte duur. Want: in de stad en ze lonkten naar me als discobollen in wit hemellicht. Enfin; aangepast, met alle kracht die ik in me had níet gekocht en vervolgens twee dagen lang op mijn nagelriemen lopen bijten van de afkickverschijnselen. Ik verzin dit niet. Op een gegeven moment was vriendlief zó klaar met zijn klappertandende Shopaholic dat hij hysterisch: "Koop ze nou, IN GODSNAAM!" tegen me gilde. Tja, toen heb ik ze maar via internet besteld. Lovers’s orders.
Don’t Play That Song – Aretha Franklin
3 Comments