Category Archives: Foodie

Do try this at home: zelfgemaakte granola

De laatste tijd ben ik behoorlijk verslaafd geraakt aan granola. Dat komt bovenal door vriendin N., die mij vorig jaar met kerst een potje geurige, overheerlijke huisgemaakte granola cadeau deed. Toen ik de laatste kruimel had verorberd, had ik alleen maar trek in meer. Dankzij ‘Jamie’s 15 Minuten’, waarin een recept staat voor granola, dacht ik: hee, ik kan het natuurlijk ook zelf gaan maken in plaats van smeekbedes om een navulling sturen aan vriendin N. via Facebook! Dus dat deed ik. De eerste ‘batch’ werd onder goedkeurend gesmak binnen no time opgegeten door mijn familieleden (ik had daarvoor verschillende lege potjes die rondslingerden in huis gevuld en uitgedeeld), dus dat smaakte meteen naar meer.

Sindsdien heb ik verschillende recepten voor granola uitgeprobeerd, maar onderstaand recept – geïnspireerd op de granola die we aten bij Frenchie To Go in Parijs – is tot nu toe mijn favoriet. Supersimpel, snel, leuk om te maken en de beloning is groot: een huis dat geurt naar appeltaart en twee grote potten vol goudkleurige granola, garant voor heel veel blije ontbijtjes.

Dit heb je nodig:

2 1/2 kopje speltvlokken of havermoutvlokken
1 kopje amandelen (ongepeld)
3/4 kopje pecannoten
1/2 kopje zonnebloempitten
1/4 kopje lijnzaad
2 eetlepels lichtbruine basterdsuiker
1/2 kopje maple syrup/ahornsiroop of agavesiroop (agave is iets goedkoper; maple syrup geeft meer smaak)
1 eetlepel kaneel
1 eetlepel zonnebloemolie
1/2 kopje sultanarozijnen

En gooi er verder vanalles doorheen wat je lekker vindt! Ik heb voor de granola van de foto hierboven ook nog pompoenpitten gebruikt.

Zo maak je ’t:

1) Verwarm de oven voor op 190 graden en bekleed een bakplaat met bakpapier.

2) Mix alle ingrediënten in een grote kom (gaat het best met een houten lepel), op de sultanarozijnen na.

3) Spreid het mengsel uit op de bakplaat en zet 7 minuten in de oven. Schep het dan een beetje om met een spatel, zodat het nog verder kan bakken.

4) Zet weer in de oven; voor 7 tot 9 minuten, tot het er goudbruin uitziet.

5) Laat het mengsel afkoelen buiten de oven. Niet schrikken als het er nog een beetje ‘zompig’ uitziet: het wordt vanzelf knapperig en een beetje kleverig. Als het helemaal is afgekoeld, meng je de rozijnen erdoor en schep je het in luchtdichte potten.

Je homemade granola is ongeveer een maand houdbaar. Maar zie het maar eens zo lang te bewaren!

Lekker met Griekse yoghurt, frambozen en verse vijgen (zoals je ‘m bij Frenchie geserveerd krijgt!).

 

Geniale Youtube-tv: Well Dunn with Jordan Dunn

Acteren? Zingen? Presenteren? Ben je mal: een model uit dit tijdperk heeft niets van die ambities. Nee, tegenwoordig staan beroemde vrouwen veel liever in de keuken dan op de bühne. Kijk maar naar de enorme collectie kookboeken die zijn samengesteld door celebs. Nieuw in dat rijtje is Victoria’s Secret-model Jourdan Dunn. Zij presenteert op Youtube haar eigen kookprogramma ‘Well Dunn with Jourdan Dunn’. Héérlijke televisie. Niet alleen vanwege de receptuur, maar ook omdat Jourdan graag de keuken induikt met beroemde collega-modellen als Cara Delevigne (gehuld in dinosaurus-onesie) en Karlie Kloss. En dat vette Britse accent is ook geweldig. Gut, hier kan ik wel de hele dag naar kijken.

Hier maakt ze samen met collega Cara Delevingne garnalentempura:

Vegetarische curry en Karlie’s Kookies met Karlie Kloss:

Klik hier voor alle video’s van ‘Well Dunn With Jourdan Dunn‘ en enjoy!

Food We Love: het leukste abonnement voor foodies

Lange tijd heb ik verlekkerd naar mijn beeldscherm zitten staren, naar beelden van de zogenaamde food boxes van Food We Love. Dit bedrijf laat elke maand een foodbox samenstellen door een bekende foodie. Wat erin zit, blijft geheim tot de postbode voor de deur staat. Toen ik hoorde dat Yvette van Boven – die je kent van haar immens populaire ‘Home Made’ boeken – de laatste foodbox van Food We Love had samengesteld, sprong ik een halve meter omhoog uit mijn bureaustoel. Ik vind Yvette namelijk een ontzettende leukerd en ben groot fan van haar kookboeken, recepten en grappige illustraties. En dus bestelde ik mijn eerste Food We Love box (de boxen van augustus waren eigenlijk al compleet uitverkocht, maar vanwege het grote succes besloten ze er nog een paar bij te laten maken. Ik had dus mazzel!).

Ik had echt het gevoel alsof er een cadeautje van Yvette – voor mij – bij me bezorgd werd door de postbode. Want het zijn echt de producten die zij zelf heeft samengesteld en met je wil delen die je in de box vindt. Dit zijn a few of her favorite things: aardbei-rababerjam van Kate’s Slow Jam, Kokosbloesem suiker van Royal Green, een grote fles bier van Kompaan, roze knoflook uit uit Lautrec (schijnt een favo van de chefs te zijn!), Fregola (een soort pasta uit Sardinië), Granola van de Gebroeders Niemeijer uit Amsterdam (i loooove granola), mosterdzaad van de Stam Kruiden en een klein weckpotje van de Brouwmarkt.nl, om je zelfgemaakte mosterd in te bewaren. Ik was blij verrast.

Helemaal blij werd ik ook van de recepten van Yvette met bijbehorende tekeningen:

Via www.foodwelove.nl kun je je abonneren en ontvang je maandelijks zo’n spannende box vol bijzondere producten. Je kunt er ook voor kiezen om eenmalig een box te bestellen. Die van Yvette is nog beschikbaar!

Tv om van te smullen: Elettra’s Goodness

Mijn geliefde beschreef mijn hardnekkige Gossip Girl-verslaving ooit als “kijken naar pandaberen met pindakaas tegen hun gehemelte” (die grap had hij dan weer van de Britse comedian Jimmy Carr). En toegegeven: hij had ook wel gelijk. Want man, wat kwam er een onzin uit de monden van de personages, met name die van Serena, gespeeld door Blake Lively. Maar goed, daar was het fictie voor. En de styling maakte heel veel goed, alsmede het decor van New York.

Actrice Blake Lively ken ik dan ook verder niet zo goed, behalve van haar rol als Serena, maar net als de rest van de wereld kijk ik graag naar haar outfits. En waar ze me zomaar eens mee voor zich zou kunnen winnen: ze houdt van koken. Ja echt (ze schijnt zelfs de cadillacs onder de fornuizen te hebben laten bouwen, voor haar nieuwe liefdesnestje samen met Ryan Reynolds. Maar hee, dat is weer een ander verhaal). Reden te meer voor Elettra Wiedeman – model, socialite en dochter van Isabella Rossellini – om Blake te vragen voor de eerste aflevering van de serie ‘Elettra’s Goodness’, die ze maakt in opdracht van de Amerikaanse Vogue. In de serie gaat Elettra langs bij mensen uit de entertainment-industrie om samen te koken, te bakken én te eten (yay!). Vogue art-director Grace Coddington, SNL-komiek & acteur Seth Meyers, model Karlie Kloss; allemaal mensen met wie u & ik ook best eens rond de eettafel zouden willen zitten (of in de keuken willen staan). Superleuk om te kijken dus!

Ga naar het kanaal van American Vogue op Youtube en subscribe.

En dan nu: koken met Blake!

Ik eet zelf geen brie (ik heb mijn pijlen gericht op Karlie’s recept voor cookies), maar jij vast wel, daarom hierbij Blake’s recept voor worst & brie in bladerdeeg. Laat me weten of ’t gesmaakt heeft!

Gizzi’s Skinny Weeks & Wicked Weekends (en NEnz’s wicked wc-avontuur)

Of ik een kookworkshop van Gizzi Erskine bij wilde wonen, werd me gevraagd. Ter ere van haar nieuwe boek: ‘Skinny Weeks & Wicked Weekends’ dat net uit is in Nederland. Ik heb bijna de hele nacht niet kunnen slapen, zo leuk vond ik het (en spannend: koken met Gizzi, waaaah!). Wie dit blog al een tijdje volgt, weet dat ik zielsgelukkig werd van Gizzi’s eerste boek, ‘Kitchen Magic’ (in het Nederlands: ‘Keukenmagie’ geheten). Wat heet: ik heb jullie zelfs lichtelijk gedwongen het ook aan te gaan schaffen, voor kerstmis. Dat boek ging dus mee in de tas. Mee naar Gizzi. Gizzi die ik in gedachten al heimelijk mijn nieuwe BFF zag worden. Voornamelijk omdat ik eerder op haar Twitter-account had gezien dat ze een kat heeft die ze ‘Kimchi’ heeft gedoopt; naar het Koreaanse gerecht van gefermenteerde kool & groenten. Ik dacht dat ik de enige ter wereld was die haar kat de naam van een smakelijke Aziatische maaltijd had gegeven (Noodles, ofcourse)…

Vijf minuten voor de workshop zou beginnen, liep ik gehaast en een beetje verregend de kookstudio van Smulweb in Amersfoort binnen. “We gaan zo beginnen!”, riep Annet van Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum. Aangezien mijn levensmotto ‘Never miss an opportunity to pee‘ is, rende ik nog even snel het kleinste kamertje binnen… om daar oog in oog te staan met Gizzi. In al haar schoonheid. Ik stond perplex. “Oh my God, you’re Gizzi!” kraamde ik uit. “Hi there, how are you doing?”, riep Gizzi lief & enthousiast. “I’m fine, how are you?”, wist ik nog net uit een achterkamertje van mijn stomverbaasde brein te plukken. “Oh, I’m great! Just fixing my eyelashes”, zei Gizzi. “Oh my God, I can’t believe I’m running into you”, zei de bakvis in mij, “I’m here for the workshop”. “Great! It’ll be much fun”, zei Gizzi enthousiast, ondertussen de deur van het toilet voor mij openhoudend. “Just go ahead, see you in a bit”, dirigeerde ze mij het wc-hokje in. Alwaar ik minstens een minuut lang niet kon plassen, doodsbang dat Gizzi mij aan de andere kant van de deur letterlijk zou horen afwateren. Toen ik klaar was, spiekte ik heel voorzichtig om het randje van de deur, maar Gizzi was alweer verdwenen. Gelukkig maar (maar ik blijf voorlopig wel mooi vasthouden aan dat levensmotto!).

Enkele minuten later stond ze voor ons, aan de andere kant van het kookeiland. Om ons te vertellen over haar bloedmooie nieuwe boek. Gizzi vertelde dat ze gek is op eten. Gizzi: “I love food and I want lots of it!”. Maar na een drukke periode, merkte ze dat ze zes à zeven kilo was aangekomen, waar ze zich wat ongemakkelijk bij voelde. Ze wilde weer op haar oude gewicht komen, zonder daarvoor te moeten diëten of – gruwel – niet langer te kunnen genieten van really good food. Ze leerde meer over de manier waarop Bodybuilders eten: zes dagen in de week eten ze wat bewuster – veel groenten, iets minder koolhydraten, niet je hele bord volscheppen terwijl je eigenlijk aan minder genoeg hebt – maar één dag per week eten ze gewoon alles wat ze willen. “Diëten zijn niet vol te houden als je van lekker eten houdt en juist door één dag in de week anders te eten, geef je je metabolisme een boost“, aldus Gizzi. Haar boek bestaat dan ook uit twee delen: de Skinny Weeks, boordevol recepten die niet teveel tijd kosten als je door de weeks uit je werk nog moet gaan staan koken maar die heel veel smaak bevatten, en de Wicked Weekends, die geënt zijn op een waar food festijn, liefst te verorberen met een grote groep vrienden of familieleden.

Gizzi kookte twee recepten uit haar boek voor ons: de Thaise rijstschotel met kip – waar we allemaal gelijk in mochten duiken om te proeven – en de passievruchten puddings met frambozen. We mochten alvast snoepen van Gizzi’s passievruchtengelei – die absoluut goddelijk was – waarna Gizzi de puddings nog even zou afmaken terwijl wij aan de slag gingen in de professionele keuken van Smulweb, om Gizzi’s Thaise rijstschotel nu zélf te maken.

Onder het kokkerellen kwam Gizzi bij ons langs om te kijken hoe het vlotte met de saus en te proeven of die op smaak was. “Let’s do it the naughty way”, zei ze, terwijl we beiden een vinger door de pan met curry haalden, om te proeven. Ik kon het niet laten om te bonden middels kattenpraat: “Gizzi, is it true that you have a cat named Kimchi?”, vroeg ik. “Oh my God, you know about Kimchi! Have you seen her?”, zei ze. “My boyfriend just send me a picture of her, because she swept all the stuff from the cupboard!”. “My cat does that as well”, zei ik, “he’s named Noodles”. “Nóódles?!”, riep Gizzi, waarna we beiden een gilletje slaakten. Gizzi riep nu luid:”Well, we named her Kimchi… óf a Noodle!”.

Toen alle Thaise rijstschotels nog geen half uurtje later dampend op tafel stonden, mochten we aanvallen. Gizzi kwam vervolgens aan met het toetje: een groot dienblad vol met bloedmooie passievruchten puddings met frambozen. YUM! Daarna praatte Gizzi nog honderduit met ons over haar favoriete chefs (over Anthony Bourdain: “Oh my God, I could marry him!”), de supercoole pop-up-restaurants die ze regelmatig organiseert in parkeergarages, nachtclubs en leegstaande panden in Londen (“It’s illegal dear…”) en haar roots (haar vader is Engels, haar moeder is deels Pools en ze woonde de eerste jaren van haar leven in Thailand, waar ze de smaken van de Aziatische keuken met chopsticks ingegoten heeft gekregen). Bovenal is Gizzi ontzettend gepassioneerd over eten & koken, en dat blijkt uit alles waar ze over praat. Over de eeuwige vergelijking die wordt getrokken met een andere vrouwelijke Britse kokende tv-personality; Nigella Lawson, zei ze dan ook: “I love what she’s doing, she does an amazing job, but we’re very different. I’m not a domestic cook, I trained to be a professional chef. And I want to be among the big boys where it’s about knife-skills, you know?”.

Zo stoer als Gizzi te werk gaat in de keuken, zo hartelijk en benaderbaar is ze ook als je je in één ruimte met haar bevindt. Op de vraag of ze nog wel vrije tijd heeft tussen het promoten van haar boek, dj-en (Gizzi draait graag 60’s soul vertelt ze ons) en oprichten van pop-up-restaurants in, zegt Gizzi dat ze inderdaad een zeer druk en hectisch leven lijdt, met amper tijd voor haarzelf. “But I absolutely love what I’m doing. I wouldn’t trade it for the world.” Misschien is de enorme tattoo op haar rug, van twee engelenvleugels – nog wel de mooiste metafoor: dát doen waar je gelukkig van wordt, geeft je vleugels…

* Als je kookt met olijfolie, gebruik je algauw veel te veel terwijl dat helemaal niet nodig is. Gebruik het liefst een olijfoliespray en spray die liever op het vlees dan in de pan, dan krijg je geen onnodige calorieën binnen.

* Vervang gewone witte rijst door bruine rijst (zilvervliesrijst): daar zitten belangrijke voedingsstoffen in en het is daardoor gezonder voor je. Witte rijst bevat veel loze calorieën.

* Zorg ervoor dat je je bord vooral vult met groenten en eiwitten (zoals vlees of vis) en een bescheiden hoeveelheid koolhydraten (pasta, rijst, brood). “De hoeveelheid koolhydraten zou per maaltijd niet groter mogen zijn dan een sneetje brood, 3-4 nieuwe
aardappelen of een handvol rijst.”, schrijft Gizzi. Dat is wennen, maar zeker de moeite waard. Want laten we wel wezen: dat wat je óp je brood of rijst legt, is toch het lekkerste gedeelte van je maaltijd! Bovendien: van groenten kun je je een ongeluk snacken zonder dat je te veel eet, maar koolhydraten moet je ook weer zien te verbranden.

* Het is niet nodig om zes dagen calorieën te gaan zitten tellen (en nogal een downer, als je ’t mij vraagt…) maar probeer wel globaal aan te houden dat je ontbijt zo’n 300 calorieën bevat, je lunch 400 en je diner 600. Met de makkelijke en – echt! – heerlijke recepten van Gizzi red je dat makkelijk. En tel uit je winst: zo houd je 200 calorieën over voor tussendoortjes en toetjes.

 

Het smakelijke en prachtig vormgegeven (met illustraties van haar vriendje Dean!) Skinny Weeks & Wicked Weekends van Gizzi Erskine kost 25,00 euro en ligt nú bij de Nederlandse boekhandels.

Met heel veel dank aan Annet van Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum!

Street Food Revolution!

Als ik met mijn vriend op stap ga, is het vaak hét punt van discussie: wáár gaan we lunchen? Immers: je hebt niet altijd zin om in een café of lunchtent neer te strijken en je hebt soms ook gewoon te weinig tijd om ergens te gaan zitten, op je bestelling te wachten, de ober te wenken voor de rekening (die dan ineens in geen velden of wegen meer te bekennen is) etcetera. Als je geen tijd of zin hebt om ergens te gaan zitten, heb je qua lunch-op-straat in Nederland een paar opties: een HEMA-hotdog, een zak friet, döner-kebab, een Vietnamese loempia of een broodje Subway. Als je écht geluk hebt, is er nog weleens een lekkere Italiaanse bol te krijgen (in Utrecht is het Broodje Mario wereldberoemd), maar voor de rest is het fastfood wat de klok slaat.

Wat een verschil is het dan als ik kijk naar reisprogramma’s over eten, zoals die van Anthony Bourdain. Of als ik kijk op de blogs van medesmulpapen over de hele wereld, die overal de lekkerste, meest kleurrijke lunches en streetfood eten. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de vele food trucks die andere landen in deze wereld rijk zijn; toffe karren waar lekker, vers en ook divers voedsel uit geserveerd wordt. ‘Waarom hebben we dat hier niet?!’, heb ik me dikwijls afgevraagd, terwijl ik maar weer een patatje ging halen bij Manneken Pis.

Gelukkig zijn er nog veel meer mensen die zich afvragen waarom er in Nederland maar geen gezond, lekker en divers streetfood te krijgen is. De gasten van Street Food Revolution (gestart door Vleesch Noch Visch) bijvoorbeeld. Zij zeggen: “In heel de wereld kan je heerlijk en gezond eten op straat, behalve in Nederland. Hier betekent streetfood; patat, hotdogs en oliebollenkramen; de ouderwetse vette hap. Er is gelukkig verandering op komst. De behoefte aan een combinatie van gezond, lekker en duurzaam voedsel word steeds groter. Een klein legertje innovatieve streetfood ondernemers staat al klaar om dit gat in de markt te vullen met hun gezamenlijke passie: liefde voor (h)eerlijk en gezond voedsel.”

Maar waar blijven ze dan; die kraampjes en food trucks met lekkere, eerlijk en gezonde happen? Die worden opgehouden door papierwerk. Vergunningen om precies te zijn. Want er worden geen nieuwe vergunningen verstrekt voor deze vorm van streetfood. Daardoor kunnen wachttijden voor een vergunning op sommige plekken oplopen tot wel 30 jaar.

Daarom roept Street Food Revolution op om de petitie te tekenen: “Vind jij het ook belangrijk dat we gezond en lekker kunnen eten op straat? Doe dan mee aan onze Street Food Revolution en word ook een Streetfoodfighter. Teken vandaag nog deze petitie en nodig al je vrienden uit hetzelfde te doen. Als we 40.000 handtekeningen verzamelen, kunnen we het onderwerp agenderen in Den Haag en gaat er hopelijk echt iets veranderen in ons straatbeeld.”

Teken ook! Surf naar www.streetfood.petities.nl en spread the word!

In oktober 2012 werd er een Foodguerilla georganiseerd in Amsterdam. Vele Nederlandse foodtrucks kwamen hier hun streetfood uitdelen. Wat een cool initiatief! Ziehier het filmpje:

Tijdschrift New York Magazine plaatste een overzicht van haar favoriete food trucks. Heel leuk om te zien (klik op de afbeelding om te vergroten)!

 

Must visit: burgerbar Meneer Smakers

Soms, sóms heb ik gewoon ontzettende zin in een hamburger (oké, vaak, váák heb ik gewoon ontzettende zin in een hamburger…). Ik ben helemaal niet zo’n fastfoodie, maar ik denk dat het komt door de umami: neem een hap van een (echt goede) hamburger en er volgt een smaakexplosie in je mond.

Maar zie hier in Nederland maar eens zo’n echt goede hamburger te krijgen. Als ik naar een willekeurige aflevering van ‘The Layover’ van Anthony Bourdain kijk, lijkt het wel alsof je overal ter wereld je tanden in zo’n burger kunt zetten. Maar in Nederland ben je toch aangewezen op de grote gele M of een broodje hamburger van de braderie: een wit, wattig bolletje waar zo’n flauwe Mora-burger op gekwakt is en als je geluk hebt een klodder ketchup en een verlept blaadje sla. Niet bepaald iets waar je smaakpapillen van gaan dansen.

Toen vriendlief en ik dan ook hoorden dat er een échte burgerbar geopend was in Utrecht, dachten we meteen: daar moeten we heen. En wat ziet het er tof uit, bij Meneer Smakers aan de Nobelstraat! De mooie huisstijl is overal doorgevoerd; tot en met de papieren zakjes en servetjes aan toe, op de grote krijtmuur leven studenten van de kunstacademie zich uit met echte krijtkunst, je krijgt je portie frietjes en je burger op vloeipapier in een mandje geserveerd zoals in een echte diner (heb ik een zwak voor wegens een teveel aan Amerikaanse films) en op tafel staan oldskool knijpflessen met ketchup en andere sauzen.

De burgers worden gemaakt van verse, eerlijke producten (er staat ook bij waar het rundvlees vandaan komt) en hebben allemaal een naam: van de Opa Harry tot aan De Tante Truus en de Ome Jimmie. Ik bestelde de Ome Huib; een gegrilde kipburger met gegrilde courgette, avocado, bosui en een frisse yoghurtsaus. Ik zei nog tegen mijn geliefde: “Is het niet heel fout om een kipburger te bestellen?”, maar hij antwoordde wijselijk: “als je het érgens doet, doe het dan hier”. Mijn lief bestelde de ‘Mevrouw Smakers’: een pittige 100% runderburger met gegrilde paprika, courgette, groene peper & geheime familie Smakers saus’. Overigens zijn er ook een vegetarische geitenkaasburger, een burger van walnoten en rode linzen en een zalmburger; voor wie geen vlees eet. Laat me je vertellen: allebei hebben we nog nooit zo’n lekkere burger op. De rest van de middag hadden we een uiterst tevreden vol buddha-buikje en riepen we tegen elkaar: “Als je zó’n hamburger hebt geproefd, wil je toch nooit meer een andere?”. Ga erheen dus: Meneer Smakers!

Things that make me happy: de lekkerste chocolade die ik ooit heb gegeten

Met een buik vol Korean Barbecue liep ik op een zaterdagavond langs de Metropolitan Deli in de Amsterdamse Warmoesstraat. Het is dat ik zo vol zat, anders was ik vast gezwicht voor een verse cornflake-cookie, rabarberijs of de warme wafel met chocoladesaus die vriend D. zonder blikken of blozen in één keer wegwerkte (wow!). Mijn darmen krompen al ineen bij het idee. Maar zwaar onder de indruk van het assortiment, kon ik niet zonder goodies naar huis. Zo vond ik er twee zakjes huisgemaakte marshmallows, met de schattige naam ‘Killing Me Softly’ (krijg het liedje van Roberta Flack nu niet meer uit mijn hoofd); de ene in de smaak pure chocolade en de andere met witte chocolade (bonuspunten voor de zwarte stipjes van het vanillestokje). Vooral die met pure chocolade zijn belachelijk lekker (de witte wat zoet voor mijn smaak). In een vlaag van hebberigheid had ik ook nog een reep chocolade, gewikkeld in vloeipapier meegenomen. ‘Melkchocolade met gerookt zeezout’ staat erop.

Welnu, die chocolade en ik hebben inmiddels een innige liefdesrelatie opgebouwd. Wens ik normaliter niks anders dan een 70% cacao-reep pure choco, nu bewaak ik elk blokje van deze reep melkchocolade (MELKchocolade!) met mijn leven voor de chocoladebuien van mijn lief (ik heb hem voorlopig kunnen afleiden met een grote zak paaseitjes die mijn moeder nog over had).

Want deze melkchocolade is zo anders, zoveel voller dan andere melkchocolade die ik in mijn leven heb geproefd. Hij is niet zo zoet en blijft heel prettig achter in je mond (oké dit klink gestoord), alsof je net warme chocolademelk op hebt. Het gerookte zeezout maakt ‘m lekker hartig en prikkelt je zintuigen.

De chocolade wordt trouwens gemaakt door Rodney & Enver, ofwel de enige echte (Nederlandse) Chocolate Makers! De cacaobonen die zij gebruiken, worden jaarlijks per zeilschip geïmporteerd uit de Caraïben. De naam van dat zeilschip is Tres Hombres, vandaar ook die naam op de reep. Hartstikke duurzaam transport, en per verkochte reep gaat er 30 cent naar het zeilschip.

Ik geloof niet dat ik ooit nog een normale chocoladeletter of chocoladepaashaas kan eten. Proef ’t zelf!

De Tres Hombres-reep is online te koop via de website van Chocolate Makers. Overige verkooppunten vind je ook op de site.

Must-visit: Eyescream and Friends, Barcelona

Wat een geniaal idee: een ijswinkel in Barcelona wilde graag het traditionele Taiwanese schaafijs aan de man brengen. Alleen… zo’n hoopje geschaafd ijs, dat zag er niet al te aantrekkelijk uit, volgens de bedenkers van de winkel. “Het ziet er wat eigenaardig uit… eigenaardig, of lelijk eigenlijk”, aldus de luitjes van M Barcelona, die het concept voor Eyescream and Friends bedachten. Het schaafijs wordt doorgaans geserveerd met een enorme berg toppings & sauzen erbovenop. Dat ziet er dan ongeveer zo uit:

Bij M Barcelona haalden ze het dessert uit elkaar en besloten ze het ijs en de toppings los van elkaar te serveren. Bovendien werd het monsterlijke bergje schaafijs versierd met twee oogjes. Voilà: een monsterlijk leuk ijsje. Who knew dat oogjes zo veel karakter aan een berg schaafijs konden geven!

Voor elke ijssmaak werd daarna een monstertje en een bijbehorend karakter bedacht. En je krijgt je ijsje geserveerd in een kartonnen tray, met ruimte voor twee aparte toppings en een houten lepeltje. O jongens, we moeten deze zomer zó naar Barcelona, naar Eyescream and Friends!

Good & Evil Chocolate

Het zou kunnen dat zijn naam geen enkel belletje bij je doet rinkelen, of je vindt hem helemaal fantastisch, op het enge af: Anthony Bourdain. Hij is een Amerikaanse chef, auteur en tv-persoonlijkheid. Een heleboel persoonlijkheid zelfs. Hij is een soort rockster van de culinaire wereld. Als je zijn programma’s als ‘No Reservations’ of ‘A Cook’s Tour’ weleens hebt gezien, weet je: deze man rookt, drinkt, vloekt en eet alles wat los en vastzit. Bij voorkeur als het dubbel gefrituurd, niet door de Voedsel & Waren Autoriteit gekeurd of nog niet helemaal dood is (liefst alles tegelijk). Voor zijn programma’s reist hij de hele wereld over, op zoek naar de off the road plekjes die nog niet platgestampt zijn door toerisme, om daar waanzinnig lekker (en soms ook niet) te eten. Hij probeert álles. Van de beste hotdogs van New York tot aan extreem giftige kogelvis en kloppende cobra-harten. En hoe hij zijn eet-avonturen beschrijft, is hilarisch en fascinerend tegelijk.

Een goede vriend van Anthony Bourdain is chefkok Eric Ripert (of, zoals vriendin T. hem blijft noemen, naar aanleiding van zijn gelijknamige tv-programma: ‘Avec Eric’), die zijn eigen succesvolle driesterrenrestaurant ‘Le Bernardin’ runt in New York. Samen bundelden ze hun krachten en brachten ze een eigen product op de markt: chocolade. Niet zomaar chocolade, maar ‘Good & Evil Chocolate’: gemaakt van een hiervoor nog onontdekte, zeldzame cacaosoort uit Peru die waanzinnig schijnt te smaken. Omdat er maar 20 tot 22 cacaobomen van deze soort zijn, konden er slechts een paar duizend chocoladerepen van gemaakt worden. Die op hun beurt ook weer een stevig prijskaartje van 18 dollar hebben. Chocolatier Christopher Curtin van Éclat Chocolate maakte ze. Volgens Eric en Anthony zul je na het eten van deze chocolade nooit meer genoegen nemen met een reep voor simpele zielen. En hee: als het goed genoeg is voor deze twee smulpapen, dan is het ook goed genoeg voor jou en mij.