Category Archives: Girltalk

Oh my cat!

Dat het vervelend zou zijn, dat had ik vantevoren wel bedacht. Maar dat het zó erg zou zijn… dat had ik niet gedacht. Ah gut, mijn arme lieve katertje kwam afgelopen maandagavond thuis van zijn operatiedagje bij de dierenarts en wist niet hoe hij het had. In de auto werd hij al helemaal gek in zijn reismand en besloot hij een stukje hoofdschudden uit te voeren waarvan het gemiddelde Slipknot-bandlid alleen maar kan dromen. En toen hij vrij werd gelaten uit zijn Guantanamo Bay-kooitje, bleek de verdoving nog niet te zijn uitgewerkt, waardoor hij door het huis zwalkte en de roze flamingo, zijn etensbakje, een lamp en een gieter omverliep. En dan moet je net onze kat hebben: die schrikt al van een vallend blad. Bovendien heeft hij de opmerkelijke gave om, zodra je ook maar iets van een deken of handdoek over zijn rugje legt, achteruit te gaan lopen. En met zo’n kap om zijn hoofd deed hij een paar uur lang ook niets anders dan de moonwalk.
De enige manier om hem ervan te weerhouden te trillen als een rietje, was om hem op schoot te nemen en vervolgens langs zijn ruggengraat te masseren met een houten massage-popje. Na drie kwartier had ik wel RSI-achtige verschijnselen, maar lag meneer mooi lekker te ronken op mijn schoot.

Helaas veerde hij even later weer overeind toen er iemand opstond van de bank en begon het hele circus weer. Toen het dan ook bedtijd was, wisten we niet zo goed wat we met hem aan moesten. Ik offerde me al op om beneden te blijven slapen, bij hem, maar meneer besloot juist op dat moment dat hij er wel klaar voor was om de trap naar boven te nemen. Overigens wel met horten en stoten; zo nam hij de hele slinger kerstkaarten (ja ik weet het, we zijn een beetje laat) mee aan zijn kap en moesten wij hem begeleiden.

Eenmaal boven aangekomen, liep hij steeds zo gevaarlijk dicht langs het trappengat te zwalken, dat wij dachten dat hij er op een gegeven moment in zou vallen. Daarom besloot ik mijn kamer om te toveren tot kattenwalhalla; dekentjes werden zorgvuldig geplooid, de kattenbak werd er neergezet en ik haalde zijn brokjes en water van beneden naar boven. Net toen ik klaar was, besloot Teigetje echter dat het bed van mijn ouders véél prettiger lag. En vleide hij zijn kattenbillen daar neer. Waarop hij midden in de nacht wakker werd en bij ons ging lopen spoken. Ik dacht nog dat hij misschien dorst had, en zette hem – zoals hij altijd zo leuk vindt- in het bad neer en liet de kraan druppen. Kitty Cat echter, wist niet wat hem overkwam met die kap om in het bad en sprong uit het bad, waarop hij drie waxinelichthouders en een rits douchegels omverstootte en het hele huis in één klap wakker was.

Goddank lijkt Zijne Koninklijke Hoogheid nu meer gewend te zijn aan zijn kap en de hechtingen onder zijn ogen en heeft hij de hoop opgegeven om ooit nog naar buiten te mogen (de eerste drie dagen lag hij in afwachting op de deurmat).
Nu maar hopen dat hij over zes dagen weer ons oude, vertrouwde katertje is.

La Musica: Seven Nation Army – Alice Russell (White Stripes cover)

Onder het mes

Vanmiddag moest ik even met mijn kleine katertje naar de dierenarts. Jep, hij moest weer een prik. Nietsvermoedend lag hij languit te snurken op mijn bed, toen ik hem op brute wijze moest losrukken uit zijn droom en in zijn reismand moest zien te proppen. Zie dat maar eens te doen met een dertienjarige kat en een reismand uit het jaar dat hij geboren werd. Bovendien vond hij het noodzakelijk om de gehele weg naar de dierenarts in de auto te lopen jammeren. Ik zou juist denken: “Fun! Eens een keer een ander uitzicht dan de overbuurman in zijn hotpants!” Maar goed, hij dacht er duidelijk anders over.
Bij de dierenarts aangekomen bleek er een enorme rottweiler in de wachtkamer te zitten, dus hebben we zijn reismand maar met de ‘raamkant’ naar een muur toe gezet. Anders had hij waarschijnlijk ter plekke een hartstilstand gekregen.
Even later op de behandeltafel kwam de dierenarts tot de conclusie dat mijn lieve katertje een aandoening aan zijn oogjes heeft. Zijn oogleden krullen naar binnen toe, waardoor zijn hoornvlies beschadigd raakt. En dus moet hij een operatie ondergaan, anders raakt zijn hoornvlies dusdanig geïrriteerd dat hij blind wordt. En zoals mijn moeder al zei: “Tja, en een blindengeleidenhond is dan natuulijk ook geen optie.” Bovendien heb ik niet het volledige vertrouwen in zijn coördinatievermogen, want hij stort regelmatig van mijn bed af.
Een operatie dus. Aanstaande maandag moet hij nu onder het mes. Waarna hij tien dagen lang met een lampenkap om zijn koppie moet lopen. Mijn arme, lieve katje. Gelukkig ben ik daar om hem te vertroetelen met brokjes en geknuffel. Én hij kan zijn mooie kattenbeenwarmertjes aan, die hij laatst gewonnen heeft op www.glamgirl.nl. Dan heeft ‘ie misschien wel een lampenkap om, maar fashionable is ‘ie zeker…

La musica: Knocks me off my feet – Stevie Wonder

Happy New Me

Laat ik maar beginnen met jullie, mijn lieve trouwe lezers, een heel fijn nieuwjaar te wensen. Want ja, zonder jullie en jullie lieve, grappige, alerte, soms ontroerende, vaak complimenteuze, af en toe discussies opwekkende maar altijd leuke reacties was het voor mij en mijn typende vingers natuurlijk veel minder leuk geweest om logs te schrijven. Overigens hoop ik ook dat jullie het afgelopen weekend narigheden als olliebollenvergiftigingen, rondslingerende ogen en vingers en ander leed besparen is gebleven.
Ik ben heerlijk saai zitten wezen voor de televisie met mijn eigenste lover en zijn familia. Ik ben namelijk als de dood voor vuurwerk, dus reken er maar op dat ik, waar ik me op dat moment ook bevind, blijf zitten waar ik zit. Vriend M., die ik van de week vertelde over mijn fobie jegens vuurpijlen, gillende keukenmeiden en duizendklappers, reageerde met een welgemeend: “Aah, arme jij! Maar waarom wisten we dat niet van je? Het lijkt wel een soort hidden secret van NEnz! Waarom vertel je dat soort dingen niet?” Waarop ik reageerde met: “Tja, helaas lag mijn ‘ik ben bang voor vuurwerk’-t-shirt net in de was.”

Je kunt je dan ook voorstellen dat het een bijzondere onderneming was om mij en mijn logeertas op zaterdagochtend naar de auto van vriendjelief te krijgen. Bij mij in de buurt wordt er namelijk al een week voor oudjaarsavond kruit de lucht in geschoten alsof er geen morgen is. Gevolg: ik stond een half uur lang te posten voor het raam, rukte mijn vriendje los van een gesprek met mijn ouders met de woorden: “NU, de kust is veilig, NU!”, waarop ik de voordeur opengooide, naar buiten stoof, drie knallen hoorde en als een gek terug naar binnen rende.
Dit ritueel herhaalde zich zo’n drie keer, waarna ik met harde hand naar de auto gesleept werd, ondertussen schichtig kijkend als een hert in de koplampen van een auto.

Ik ben dan ook blij dat alle vuurpijlen inmiddels opgegaan zijn en dat ik weer met een gerust hart over straat kan, zonder mij achter bomen te moeten verschuilen als er een crew van kleine kids met aanstekers voorbijkomt. En uiteraard heb ik ook nog de tijd gevonden om een aantal goede voornemens voor mezelf op te stellen. Here it goes:

*Niet meer naar de ribbelchips grijpen wanneer ik me ellendig voel.
*Pumps scoren en er charmant op leren lopen.
*En dan meteen maar proberen nooit meer uitglijd-blunders te maken.
*Mijn haar niet zo verwaarlozen en toch maar naar die kapper gaan (ik loop rustig een half jaar met niet-geknipte lokken rond. Foei, Fie zou me uitfoeteren! Overigens ben ik wel druk met verf in de weer, dus beschuldig me niet van rampzalige uitgroei.)
*Niet meer wanhopen na het zien van Scarlett Johanssons lippen.
*Of het lichaam van Cameron Diaz.
*Niets meer kopen met doodshoofdjes erop, omdat ik het image krijg een Slipknot-aanhanger te zijn.
*Dit, uiteraard nadat ik dat fijne Heidi Seeker vestje heb gekocht…
*Een vrouw in Congo ‘adopteren’ via www.womenforwomen.org.
*Niet meer van die hysterisch dure makeup kopen. Crème on the other hand, mag wel. Investeren in je huid is als investeren in je toekomst.
*Een tripje NY doen. En dan het liefst in de winter, met sneeuw en kou en een schaatsbaan op Rockafeller Plaza.
*Niet meer uitbarsten in onzekerheidsaanvallen omtrent werk.
*Het woord jegens Jensen niet meer verder voortzetten, het kost zo verdomde veel energie.
*Nooit meer horrofilms kijken, want NEnz je weet dat je er niet van kunt slapen.
*Een appartementje in Amsterdam vinden, of in Utrecht.
*Nooit meer de term ‘pimpen’ gebruiken. Of in Shizzle-taal spreken.
*Nou eindelijk eens die gitaar oppakken en leren spelen. Vervolgens de nieuwe, blanke India.Arie worden.
*Vaker achter die pc vandaan komen en investeren in tijd voor mezelf: lezen, schrijven, poetry, muziek en dat soort dingen.
*Niet meer zo uit mijn panty gaan ten tijde van sale en mezelf inprinten dat ik al die afgeprijsde spullen alleen maar leuk vind omdat het prijskaartje een oranje sticker bevat.

Nu maar hopen dat niemand volgend jaar rond deze tijd dit lijstje weer opdiept en een checkup uitvoert…

Jehova’s

De deurbel ging net. En ik snelde naar beneden, in de hoop dat er een knappe postbode met een fijn pakje voor de deur stond. Er bleken echter twee heren op leeftijd op mijn deurmat te staan. “Goedemiddag mevrouw”. Ik wierp één blik op hun tassen: groot, vaal leer en met een riempje. Jep, ik wist het meteen: Jehova’s. Die tassen krijgen ze vast bij een abonnement. Nu wil ik niemand tegen de haren instrijken of tegen de schenen schoppen; ik doe mijn stinkende best om iedereen en ook elke godsdienst te respecteren. Maar ik heb een wat andere kijk op de zaken dan de gemiddelde mens, waardoor ik mij wat ongemakkelijk voel wanneer er een Verkondiger van Het Woord in mijn voortuintje staat.

“Vorige keer hebben we al met je moeder gesproken, maar we willen ook wel graag van jou weten of je denkt dat er ooit volledige vrede op aarde kan bestaan.”
“Nou,” zei ik, als de Troetelbeertjes nou eens van die wolk af komen en hun liefde gaan stralen, dan wel.” Not so funny. “Ehm, nou ik hóóp natuurlijk heel erg van wel. Maar ik vrees van niet. Daarvoor zit de mens te gecompliceerd in elkaar.” Ik kon natuurlijk onmogelijk zeggen dat ik dacht dat vaak juist komt door botsende godsdiensten en opvattingen en bepaalde mensen die daar zo overtuigd van zijn dat ze een ander, met een andere kijk op de zaken niet respecteren.
“Geloof je zelf in God?” vroegen ze. Ik zei: “Nee, ik geloof niet in een God zoals de meeste mensen in God geloven. Ik geloof meer dat het iets is wat bij iedereen vanbinnen zit, het goede van de mens.”
“Ah”, zeiden ze. “Maar waar komt dat dan vandaan, dat je er zo over denkt?” en ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om te zeggen dat ik denk dat de verhalen over God ‘verzonnen’ zijn om de mens goed te laten doen. Dat daar niet een persoon mee wordt bedoeld, maar een gevoel. Ze waren er zo vol van!
Dus toen zei ik maar: “Ja, dat is me onduidelijk”.

En toen kreeg ik een Bijbel.

Gottegot, wat moet ik nou toch weer met een Bijbel? Overigens had ik wel door dat één van de heren me zat te checken. Jaja, die dacht: das misschien wel méér dan een nieuwe volgeling.
En toen begon de ene weer: “Ja, want sommige mensen zijn zo materialistisch, dat merk je vooral in deze tijd van het jaar… Die blijven maar kopen, kopen, kopen.” Waarop ik iets te hysterisch lachte, wat ongemakkelijk met mijn ogen rolde, mijn voet zenuwachtig op de vloer tapte, mezelf insprak vooral boven zijn hoofd naar een punt in de lucht te blijven kijken, waarna ik zei: “Eh, ja, vervelend is dat hè? Zo, zo, respectloos…”
“En dan gaan ze heel veel eten.” Nou, meneer zag er zelf anders ook wel uit alsof hij zijn karbonaadje gretig opat. En die van zijn koters erbij.
Maar ik knikte tactvol waarna ik en mijn Bijbel de heren groetten en weer naar binnen gingen.

Ik heb voorlopig wel weer wat te lezen.

Christmas-crisis

1. Gezellige kerstsok voor aan de open haard. 2. Kerstig pakje voor kerstvrouwtjes die hun eigenste kerstmannetje deze kerst onder de dekens willen verleiden. 3. Een snowglobe! (och had ik trouwens al eens gezegd dat ik ab-so-luut een snowglobe met daarin de skyline van Manhattan wil hebben? En dan het liefst die ene die bij Carrie in de vensterbank staat). 4. Kerstige slofjes voor gure winterdagen. 5. Een pakketje met buttons, speciaal samengesteld als christmaspresent. 6. Als je je dan toch van top tot teen in een kerstoutfit hult, trek daar dan ook zo’n leuk onderbroekje bij aan.

Sjezus Christus, wat heb ik het druk. Niet te filmen. Of wel te filmen, en dan heeft het wel wat weg van het zolderatelier in ‘Werken bij Chanel’, dat laatst werd uitgezonden bij de Vara. Alleen heb ik geen slavendrijver als Karl Lagerfeld. God, nee. Wisten jullie trouwens dat er in Frankrijk al een deeveedeetje van de serie is uitgebracht? Waarom loopt Nederland toch altijd weer achter?

Maar goed, druk dus. Ik heb het druk. Ik moet nog kerstcakejes bakken, boodschappen doen (en dan niet alleen even naar de Appie, maar ook naar de markt, naar de Edah, naar de notenboer, etc., etc.), het voor- en nagerecht voorbereiden voor op kerstavond, een column schrijven en een deadline halen voor een artikel. En mams bedacht dat het wel leuk was om mij de badkamer schoon te laten maken.
Op zich is het allemaal wel heel leuk om te doen hoor – op de badkamer na dan. Zo maak ik als voorgerecht op kerstavond een korianderchutney met naanbrood en een amandel-saffraan-wederom koriander-soepje en als nagerecht de befaamde filodeegtaartjes met mango en pijnboompittenpraliné van huize NEnz. Sounds good, right? En ja, columns en stukjes schrijven, dat doe ik altijd graag, dat snap je.

Daarom stuur ik jullie alvast bij deze een kerstgroetje, omdat ik verwacht dat ik de komende dagen met coupe crisis door het huis en de stad zal lopen te rennen en geen tijd heb om wat nieuws te schrijven. Daarentegen weten jullie hoe weblog-verslaafd ik ben, dus als ik ook maar effies tijd en inspi heb, dan klim ik weer in mijn toetsenbord. Voor nu een Merry, Happy Christmas allemaal en tot snel!

Veel liefs, NEnz

La musica: This Christmas – Donny Hathaway

Wack

Gistermiddag besloten M. en ik even de stad in te duiken omdat het al veeuuuls te lang gelee was dat we elkaar hadden gezien. Nou, dat heb ik geweten hoor. Ik dacht nog verstandigerwijs dat het handig was om mijn cowboyboots aan te trekken, voor het geval ik mr. right spotte. En met mr. right bedoel ik geen potentiele lover, ik heb al een warme kruik in mijn bed, maar een mooie tas. ‘Gottegot’, zul je misschien denken, ‘heeft dat kind niet al genoeg tassen?’. Wel, ja.
Maar nog niet die ene. Die nettere. Die lederen. Die volwassen tas die mij in één klap wegzwiept uit mijn studententijd en me for once and for all freelance journaliste maakt. Die was nog niet aanwezig in mijn bagcollectie.

Helaas voor mij had M. wel haar snelle sneakers aangetrokken en had ze grootse plannen qua af te leggen kilometers. Zie dat maar eens soepeltjes te doen met een fikse hak. Overigens dacht ik ook nog eens wild te doen en naast mijn haar los te gooien, mijn inlegzooltjes thuis te laten. Nou, deze enfant terrible-achtige poging werd direct afgestraft. Begrijp me niet verkeerd, ik heb ervan genoten hoor, dat tripje door de stad, alleen mijn poezelige pootjes wat minder.

Gelukkig werd mijn leed wat verzacht doordat ik indeed tegen mr. right aanliep (Goed. Okéé. Ik had ‘m de dag ervoor al gespot en ging terug. Happy?) en hij ook nog eens very charming bleek te zijn. Dus, richting chagarijnige kassaman gesmeten en hup, afgerekend. Hij wisselde ‘m nog wel eventjes om voor een exemplaar dat achter lag. Waarna ik er een uur later achterkwam dat er een hapje uit het leer was. Godverdegodverde. Helaas bevond het winkelfilaal zich precies aan de andere kant van de stad en besloten we het bij eenzelfde store te proberen die dichterbij was. Daar werd ik door de met levensvreugde vervulde (not!) cassière aangekeken alsof ik zojuist heel inventief met een guts te werk was gegaan en verklaarde ze alleen nog een exemplaar te hebben met blauwe verf aan de onderkant (dit verzin ik niet). Toen ik toen zelf maar voorstelde toch maar weer naar het andere filiaal terug te gaan, zei ze: “Ja, dat kun je doen ja.” Ik had haar bijna over de toonbank gesleept en bewerkt met leerspray.

Op dus maar weer naar de andere kant van het centrum alwaar een andere verkoopster mij vriendelijk opwachtte. “Oeh ja, dan krijg je wel een nieuwe ja.” Thank you! Er begon zich net een glimlach rond mijn lippen te vormen, toen bitchy mc.bitch zich bij mijn goede vriendin de verkoopster voegde en zei: “Ja sjonge, wacht eens even!” Vervolgens werd ik drie keer onderworpen aan de vraag of ik ‘m nog niet gebruikt had (ik had ‘m verdomme net een uur geleden gekocht!) waarna ze heel moeilijk ging lopen doen met de kaartjes die eraan hingen en de tas uiteindelijk omwisselde met een exemplaar dat achter haar lag. En gereserveerd was voor een andere klant. Met veel zuchten zei ze: “Hier”, waarna ze de tas met uitgegutst stukje teruglegde bij de bestelling van klant 2. Onder het motto: ‘die merkt het vast niet’ Tja. Lieve mensen, een wijze les: ik koop nooit meer spullen bij Sacha. Ik zet er nooit meer een voet over de drempel. Ik had me dat al voorgenomen na het shoebox debacle, maar je weet dat ik ontoerekingsvatbaar word zodra ik een fijnerd van een tas spot. Maar er staat een nieuw jaar voor de deur, dus een nieuw begin, zal ik maar zeggen.

Daarna zijn M. en ik nog even heel spannend de piercingshop binnengelopen (ik ben echt zo’n nerd die dat dan supercool vindt en er helemaal van geniet) voor een nieuwe tongversiering voor haar. Het werd een heel schattig roze met groen balletje en ik kreeg een compliment van de piercester over mijn handschoentjes.
Nadat het nieuwe tongsieraad gezet was (M. durft dat niet zelf, de nerd. Een naald van een halve meter door je tong laten jagen oké, maar het balletje vervangen: ieeeh!) bleken onze benen behoorlijk moe en gingen we ieder op huis aan.

Nu lieve lezers, mijn vraag aan jullie: laten wij een Oprah-achtig netwerk opzetten en vervelende winkelervaringen uitwisselen. Wie biedt?

Something serious

Soms lijkt het op mijn weblog misschien een beetje alsof ik in mijn eigen, materialistische wereldje rondren en alleen maar bezig ben met tassen, shirtjes en man-candy. Wel lieve mensen, dat klopt niet helemaal. Natuurlijk ben en blijf ik voor de rest van mijn leven een Fiona Hering-afstammeling en zal ik voor eeuwig vreugdekreetjes blijven slaken wanneer ik tegen een modemusthave aanloop, maar tegelijkertijd ben ik ook een ontzettende activist. Had je niet gedacht hè? Niet dat ik nu elke week met mijn spandoek op de Dam sta te protesteren tegen alles wat los en vast zit, maar in huize NEnz kunnen de gemoederen nog wel eens oververhit raken doordat ik het nodig vind om over elk onderwerp in de krant te discussiëren. Zo begon ik van de week over de vice-president van België te kakelen waarop mijn vader zei: “Ah, dat hele kabinet hier stelt niets voor. Het hangt aan elkaar van de inseminaties!” Waarop ik natuurlijk happend naar adem onder de tafel lag van de slappe lach. Wie ‘m niet snapt; sla de Dikke van Dale er maar eens op na.

Maar wat me echt aan het hart gaat, is de onrecht in de wereld. Daar kan ik zo lang over blijven tobben dat ik op een gegeven moment gewoon depressief word. En wat kunnen ik en mijn kleine in mode gestoken en met Cartier-crème ingesmeerde ikje nou betekenen? Wel, ik kan wel degelijk iets doen. Om maar te beginnen met een kleine stap: het surfen naar www.amnesty.nl en het tekenen van de petities voor de vrijlating van tien gewetensgevangenen. En het verspreiden van het woord. Gogogo, op naar Amnesty.nl en draag je eigen, bescheiden steentje bij. It may not be much, but at least it’s a start…

Senti

Er zijn van die momenten in je leven die bestempeld worden als mijlpalen en waarop je moeder ineens heel sentimenteel gaat worden en taartjes in huis gaat halen. Goed, he-le-maal mijn idee, dat van die taartjes, maar zelf dringt het vaak toch nog niet echt tot je door what the hell’s happening.
Zo begon iedereen in mijn omgeving de afgelopen dagen hysterisch te juigen en te gillen als ik zei dat ik afgestudeerd was en te zeggen dat ik vast heel blij moest zijn nu. Ik stond daar dan met grote ogen naast en kermde iets uit in de trant van: “Uuuh… ja?”
Wel, blij was ik natuurlijk wel, maar ook een beetje bezorgd om het grote zwarte gat dat dreigde te moeten vermijden. En was ik wel echt klaar voor een baan? Had ik wel genoeg skills vergaard tijdens mijn schoolcarrière? En vond ik het eigenlijk wel leuk om helemaal klaar te zijn met school?
Maar gisteren, lieve lezers, was toch wel een erg fijn dagje. Ik zou namelijk mijn diploma in ontvangst gaan nemen, samen met vriendinnetjes I. en T.

Ik keek er naar uit, had van de week nog een mooi donkerpaars velours jasje gekocht om van mijn bruiloftsensemble een afstudeerensemble te maken, had iedereen uitgenodigd en alvast een seat gereserveerd in mijn favoriete restaurant LE:EN. Totdat ik dinsdagavond nietsvermoedend mijn mailtjes zat te lezen en T. in een berichtje vertelde toch wel erg zenuwachtig te zijn, gezien het feit dat onze pasfoto’s uit jaar 1 op een megagroot scherm vertoond zouden worden. En op dat moment leek de wereld in één keer aan mij voorbij te trekken. Ik hapte naar adem. De-foto-uit-jaar-een. Mijn god. Laat mij even kort beschrijven hoe mijn foto uit jaar één eruitziet: ik zie er daarop uit als een man. I rest my case.

Daarom zat ik gisteren, op de dag zelf, met knikkende, in panty gehulde knietjes in de auto, op weg naar mijn diploma-uitreiking. Omdat de kans dat je in Amsterdam een lege parkeerplek vindt zonder daar P.C. Hooftstraatbedragen voor te moeten betalen natuurlijk net zo nihil is als de kans dat Connie B. haar botoxnaalden voorgoed weglegt, besloten we de auto in de Arena te parkeren en vervolgens met de metro verder te reizen. En hoewel wij vantevoren een waterdicht tijdsschema hadden opgesteld, arriveerden wij in de Arena met nog maar tien minuten om op Amstel Station te komen. Waah! Goddank ging het allemaal toch nog vrij soepeltjes (al had ik klamme oksels in mijn nieuwe jasje), waardoor ik om vijf minuten over half vier het Auditorium binnenstrompelde (want: weinig comfortabele heels aan) alwaar mijn vriendinnen op mij wachtten. Sweeties S., M. en andere T. waren ook meegekomen om ons toe te juichen. De lieverds!
Ik kon enigzins relaxen in de fijne Auditorium-stoelen (al moest ik wel ontzettend nodig plassen en probeerde ik het gat dat ik in mijn panty had gesignaleerd angstvallig te verbergen. Bovendien was mijn mentrix naast me komen zitten en bleef ze commentaar leveren op alle spel- en stijlfouten in de presentatie) en hoorde het praatje van de sprekers aan, totdat opeens mijn nachtmerrie-foto op het scherm verscheen. “Ja mensen, zo gaat het er vanmiddag aan toe: we laten hele oude foto’s zien van de afgestudeerden, hahaha!” en naast mijn verschrikkelijke foto stond de tekst: ‘en nu even lachen’. Ik dacht dat ik doodging.

Vervolgens bleek ik, aangezien altijd alles op school in alfabetische volgorde gebeurt, de eerste afgestudeerde van die dag te zijn en bleef mijn foto nog even een paar minuten (die een paar weken leken) staan en werd er iets gezegd over mijn karakter (en het is altijd heel fijn om ambitieus genoemd te worden) en over mijn schoolloopbaan. Oh en had ik al gezegd dat de directeur mijn scriptieonderwerp speciaal nog even noemde als zijnde een actueel probleem?
En zo gebeurde ik dat ik, ondanks het beschamende foto-moment toch vol trots de zaal uitliep. En daar met mijn vriendinnen, vriendje, broertje en ouders een feestje vierde.
Daarna natuurlijk naar LE:EN waar de okra’s, sushi met avocado en komkommer en de Cambodjaanse rosbiefsalade weer als vanouds smaakten. God wat is dat eten daar toch heerlijk. Beetje jammer alleen dat de serveerder een heel bakje Pekingeend-saus over mijn moeders nieuwe broek gooide. Maar goed, gelukkig bestaan er stomerijen.

En nu zit ik hier te typen, met mijn verse diploma naast me. En opeens begrijp ik waar dat sentiment vandaankomt. Kom maar op met die taartjes…

Sniff

Ik ben de afgelopen dagen bestookt met mailtjes waarin mij gevraagd werd waar ik toch bleef met mijn nieuwe stukjes, of ik soms stiekem een weekendje weg was naar loverville of dat ik misschien wel gewoon hartstikke dood was. Wel nee lieve menschen, ik stamp nog steeds vrolijk met mijn boots over deze aardbol hoor, alleen was ik de afgelopen dagen ziek. Ja, en nogal behoorlijk ook. Komt vast en zeker doordat ik vrijdag nog hoog van de toren blies door heel hard te roepen: “Ach, ik? Ik ben nooooit ziek!” En dat hebben de ziektegoden geweten. Vrijwel drie uur daarna werd ik geteisterd door een migraine-aanval waar je u tegen zegt en kwam er aan alle kanten snot uit mij –feel free om weg te zappen naar een andere weblog overigens-. Bovendien werd ik zaterdag gezellig wakker zonder stem en stond ik het hele weekend doodsangsten uit over de vraag of ik deze dinsdag wel weer voldoende opgeknapt zou zijn om mijn examengesprek tot een goed resultaat te brengen. En of de Viktor & Rolf tas al uitverkocht zou zijn, gezien de propaganda die dat ding overal kreeg (en waar ik zelf medeplichtig van was). En dus stegen de temperaturen in mijn lijf nog hoger en snoot ik twee hele boxen tissues vol (dit is geen grapje). Het is een wonder dat ik nog een neusschotje heb overgehouden aan dit drama.

Toch was ik vanochtend redelijk goed in staat om naar school te gaan (bewapend met vijf pakjes zakdoeken, een grote zak drop voor de keel, neusspray, hoestpastilles en de nieuwe ELLE) en was mijn broertje zo lief om afgelopen zaterdag voor me naar de Bruna te vliegen en alvast een V&R te scoren. En guess what lieve lezers??? Ik heb mijn scriptiecijfer omhoog weten te praten naar een 8! Een 8! Ik ben dus nu helemaal, hartstikke afgestudeerd en mag mij zelf Bachelor of Arts noemen (dat moest ik overigens vernemen van vriendinnetje Tieka’s weblog). Klinkt dat even speciaal! Ik ben een Bas! Ik ben een Stella! Ik ben een David LaChapelle (ik heb het hierdoor hoog in mijn bol gekregen!)!

Maar goed, helemaal bacil-vrij ben ik dus nog niet en dus lonkt bedjelief weer naar me. Ik kruip nog even onder de dekens terwijl ik wegdroom over mijn carrière als artistiekeling… Tot snel lieve lezers!

Wooha!

Ik móet even wat met jullie delen. Jullie wisten al dat ik de afgelopen dagen in afwachting was van mijn scriptiecijfer, dat aanstaande donderdag of vrijdag bekend gemaakt zou worden. Wel, vanochtend stond ik lekker in mijn huispakje mijn kamer overhoop te gooien (a.k.a. opruimen), toen mijn gsm’etje afging. Het was mijn mentrix en ik zweer je dat ik zowat een hartverlamming kreeg. “Zit je op een rustige plek om even met me te kunnen telefoneren?” zei ze. Ik voelde de moed al in mijn sloffen zakken: oh god. Ze wil dat ik op een rustige plek zit, zodat ik niet in het openbaar hysterisch ga lopen krijsen van ellende of mezelf voor een trein gooi als ze me zo dadelijk vertelt dat mijn scriptie pure bagger is. Ja, dat is het. En waarom zou ze anders al een paar dagen voor de opgestelde datum bellen? Vast omdat het zó slecht is, dat ze bang is dat ik anders geen tijd genoeg heb om alle schade weer te herstellen. Oh god, oh god.
“Oh, wacht even”, zei mijn mentrix toen. “Ik moest eigenlijk eerst even iemand anders bellen, en dan pas jou. Vind je het goed als ik je zo even terugbel?”
Afijn, twee stressvolle uren later waarin ik niet durfde te eten, te drinken, laat staan naar de wc te gaan omdat ik in pure angst zat dat ze elk moment kon bellen met het slechte nieuws, ging de telefoon over. En ik nam op.

Mijn mentrix: “Nancy, we zijn hartstikke positief over je scriptie. Het enthousiasme spatte ervan af!”
Ik, in gedachten: Zie je nou wel?! Dit is het einde van mijn carrière, mijn leven houdt hier op, ik… wacht, zei ze nou positief?!
Mijn mentrix: “De docenten zijn tot het eindcijfer 7,5 gekomen, maar we zijn ervan overtuigd dat je je cijfer op zult kunnen krikken met het examengesprek volgende week. En dat je je enthousiasme dan ook weer onder woorden zult kunnen brengen.”
Ik: “Uhm, oké, ja, fijn, eh, bedankt, dag!”

Vervolgens hing ik de telefoon op, staarde ik wat naar de muur, krabde ik even op mijn hoofd en gilde ik: Wieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeh!!! Waarna ik losbarste in een krumpdansje (gelukkig was er geen publiek, te oordelen naar de reactie van mijn kat).

Mensenkinderen, ik ben zo blij! Zo blij! Nu hoop ik nog dat mijn vriendinnetjes het ook allemaal gehaald hebben!
En dan volgende week Het Gesprek. Owjee, owjee.
Ik ga even lekker verder dansen in mijn overhoop gehaalde kamer en drink er een cocktailtje op (kwart voor drie is toch niet te vroeg?). Oeh en ik wil taart! Heel erg bedankt nog voor al jullie steun. Jullie zijn lieverds! Proost!

La musica: Oh my gosh – Basement Jaxx