Breathe it all in. Love it all out.

Wauw. Dat was een roerig weekje. Mijn geliefde opa; een stoere vriendelijke reus die met zijn typisch Utrechtse humor en uitspraken alle lachers op zijn hand had als we bij elkaar kwamen, overleed vorige week geheel onverwacht. Niemand had iets aan zien komen. Ik werd wakker van het schelle geluid van de huistelefoon – waar ik vervolgens met mijn ogen nog dicht en in het pikkedonker naar tastte onder de deken (waar hij natuurlijk nooit ligt, die staat gewoon altijd in de houder in de huiskamer). Toen ik doorkreeg dat het geluid uit de woonkamer kwam, klauterde ik haastig uit bed naar de telefoon, en hoorde ik mijn moeder in de hoorn zeggen: “Er is iets met opa. Oma vond hem vanochtend op de bank. Hulpverleners zijn ter plaatse en proberen hem te reanimeren. Het ziet er niet goed uit.” Ik kon alleen maar stoïcijns gebrabbel uitbrengen. En toen ik even later hoorde dat hij toch echt bleek te zijn overleden, voelde ik helemaal niks van binnen – ik was echt een beetje in shock, geloofde het niet. Mijn stoere lieve, aanwezige opa, die kon niet zomaar foetsie zijn.

De hele week zijn we bezig geweest om de uitvaart op een zo mooie en opa-achtige manier te regelen en mijn oma te ondersteunen. Mijn lieve, kranige omaatje, die alles samen deed met opa. Ik wist al dat ze een pittige tante was, maar ben nog steeds verbijsterd als ik zie hoe waanzinnig ze zich redt. Natuurlijk heeft ze enorm veel verdriet, maar tegelijkertijd probeert ze ook al heel veel dingen zelf te doen, te wennen aan het idee dat ze nu alleen is in huis. Ik was in staat om een week lang bij haar te komen logeren, maar dat wilde ze niet: “Laat mij maar zelf aan het idee wennen, ik moet er toch doorheen”, zei ze meteen. En de plechtigheid, die afgelopen maandag was, was prachtig. Vanaf mijn plekje in de zaal keek ik uit over een bomenlaan die oneindig leek, in prachtige herfstkleuren, met vogeltjes die heen en weer fladderden. Het leek wel een scène uit een Disney-film. Daar, tussen mijn oma en mijn lief in, voelde ik de warmte van onze bijzondere familie, die er altijd voor elkaar is. Samen met mijn broertje heb ik zelfs nog een stukje geschreven over opa en voorgedragen – iets wat ik razend spannend vond, maar toch heel graag wilde doen. Terwijl we achter het tafeltje met daarop de microfoon stonden, trilden mijn benen zo hard dat ik dacht de aanwezigen het tafeltje heen en weer konden zien gaan, maar mijn broer hield me stevig vast. Dat hebben we samen toch maar mooi gedaan.

Overweldigend was ook de opkomst van mensen die allemaal kwamen om afscheid te nemen van mijn bijzondere opa. Ik zette het op een ‘ugly cry‘ toen mijn lief vertelde dat zijn tantes ook allemaal zouden komen. Tante Jopie vertelde na afloop nog in geuren en kleuren dat ze helemaal met de bus naar Bilthoven was gekomen, maar daar geen aansluiting kon vinden richting het crematorium en toen is gaan liften (!). Ze sprak eerst een oudere meneer aan die zei dat hij niet die kant uit ging, maar die even later terug kwam rijden en riep: “Je gaat het nooit redden zo. Stap in, ik breng je wel!”, waarna hij naar het uitvaartcentrum is gesjeesd, voor de deur stopte, en het portier open slingerde zodat Tante Jopie snel uit kon stappen.

Mijn geliefde oom James – van de andere kant van de familie – was ook van de partij. Ik had hem vlak voor de dienst al even niet meer gezien maar dacht dat hij vast wel ergens achter in de zaal zou zitten. Met een klein clubje -alleen de naaste familie- bleven we na afloop van de dienst alleen achter in de zaal die speciaal voor ons werd afgesloten, om nog even stevig afscheid van opa te kunnen nemen. Wat natuurlijk een erg emotioneel gebeuren was. Zo stonden we echt even een tijdje geëmotioneerd stil rondom de kist van opa, elkaar troostend. Ineens hoorde ik linksachter me een kuchje en zag tot mijn grote verbazing dat oom James als een soort verstekeling nog was achtergebleven. Vriendlief had het trouwens al eerder door; die meende het moment te hebben opgevangen waarin oom James opeens verschrikt opkeek – zich realiserend dat hij in gedachten verzonken was geraakt en de zaal verder al leeg was. Toen is hij maar gebleven. Daar hebben we later flink om moeten lachen.

Toen we daarna nog samen met oma ergens een kop koffie gingen drinken (en voor mijn oma een rosé want “die heb ik wel verdiend dacht ik”) hebben we een paar minuten lang de slappe lach gehad om de manier waarop de stoffen servetten waren gevouwen.

Wat zal het gek zijn, om al die dingen die we normaal gesproken deden met opa erbij, nu zonder hem te moeten doen. Om nu herinneringen te maken zonder hem. Aan de ene kant ben ik verdrietig, aan de andere kant besef ik het nog niet helemaal. Want als er iemand was die leven in de brouwerij bracht, dan was het mijn opa wel.
Als ik aan hem denk, voel ik vooral de liefde die uit zijn grote, warme hart kwam. Ik kan alleen maar hopen dat mijn hart op een dag net zo groot, net zo liefdevol zal zijn als dat van mijn opa was.

De prachtige foto bovenaan is gemaakt door Jamie Beck.

11 Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *