NEnz’s Weird World

Op een drukke zaterdagmiddag sta ik bij de visboer te wachten tot mijn bestelling klaar is. Achter me komt een man de winkel binnen. Als het meisje achter de kassa vraagt wat hij wil hebben, zegt hij: “Kibbeling graag.” Het meisje vraagt: “Wat voor saus wilt u daarbij?”. Achter me hoor ik de man antwoorden: “Ravioli”. De zaak valt stil en het meisje kijkt uitdrukkingsloos in de richting van de man: “…” . Die daarop zegt: “Raviolisaus”. Op dat moment hoor ik mijn adem ontsnappen en mijn buikspieren samentrekken van een naderende lachstuip. Het meisje: “Ravigotte bedoelt u?”. De man: “O, eh ja.” De hele winkel blijft stil en de minuten tikken tergend langzaam weg terwijl een andere verkoopster mijn bestelling inpakt. Ik durf mijn lief niet aan te kijken en ook niet te kijken naar de ravioliman. ‘Vlug, denk aan iets zieligs, denkaanietszieligs!!!!!’ spreek ik mezelf vermanend toe. Mijn lief, die donders goed in de gaten heeft dat als het nog iets langer gaat duren, ik een hoge kreet à la een gillende keukenmeid zal uitstoten, probeert me af te leiden door te zeggen: “Het wordt komende week koud weer hè?”. Als mij het tasje met mijn bestelling wordt overhandigd over de toonbank, racen we richting de uitgang om buiten, voor de deur, in lachen uit te barsten.

Ik was dit weekend met mijn moeder op de kerstmarkt in Düsseldorf. We proberen elk jaar te gaan om kerstinkopen te doen, ons te laven aan de mooi versierde etalages (ja vooral die kitscherige met bewegende knuffelberen die de was uit hangen, schaatsen en in pannen met nep-gluhwein roeren) en lekker hysterisch Duits glühwein te drinken in de kou, met iets van een dampend hete Flammküchen erbij (of iets anders waar je direct dichtslibbende aderen van krijgt: ons dieptepunt bereikten we ooit toen we een soort van aardappelpuree gevormde bal met een gefrituurde korst en een vulling van gehakt aten. De genadeklap kwam in de vorm van een vage currysaus met uien die erbij werd geserveerd). Dan moet je je overigens wel een weg zien te banen langs kramen waar rookwolken met currywurst-aroma uit opstijgen en heel veel mensen die zo’n dikke glibberende worst staan weg te happen. Elk jaar roepen we aan het begin van de kerstmarkt tegen elkaar: “Jakkes, currywurst”, om aan het eind van de dag te zeggen: “Eigenlijk ziet het er toch wel lekker uit…”. Elk jaar gaan we ook naar dezelfde kraam met gepofte kastanjes, “want”, zo zegt mijn moeder dan, “die man haalt die kastanjes met van die grote handschoenen uit het vuur om te checken of ze goed gepoft zijn. Dat vind ik zo leuk.” Na even zoeken hebben we hem gevonden. We bestellen de grootste tüte en mijn moeder betaalt de verkoper, die in het Duits mompelt dat hij ons daar elk jaar ziet. Vervolgens buigt hij richting het oor van mijn moeder en fluistert haar iets toe. Het lijkt wel alsof hij haar wil versieren. Als ik haar even later vraag wat de kastanjeverkoper haar vertelde, zegt ze: “Hij gaf me een tip voor de Imbiss met de beste currywurst. Zien wij eruit alsof wij op zoek zijn naar currywurst?!”.

3 Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *