Onverwacht een ontzettend leuke vrijdag gehad.
Er is familie uit Indonesië overgekomen en de lieverds kwamen gezellig bij ons eten, gisteravond. Tante G., die een zus is van mijn overleden Indische omaatje (maakte altijd killer soto ayam voor me), neefje A., één van haar kleinzonen en oom J., een neef van mijn vader (bent u daar nog?) die overigens ‘gewoon’ gehuisvest is in Utrecht: in een to-die-for grachtenpand met Japans interieur. Oh so pretty.
De reden van bezoek was voor neef A. om zich alvast voor te bereiden op zijn studie in Zwitserland of Duitsland en om wat van Europa te proeven. Shopaholic da ik d’r ben, kwam ik er echter al snel achter dat dit voor A. gewoon een dekmantel was om de fijnste sneakers uit Europa te kunnen shoppen. Hij had al een heel lijstje met sneakerstores uit Amsterdam die hij móest bezoeken om back in Indonesia zijn vrienden de ogen mee uit te kunnen steken.
Ik kreeg ondertussen warme familiegevoelens. Sneakers; het zit in de genen.
Later op de avond moest ik van vriendjelief mee naar een concert van één van zijn favo bands du jour: het Amerikaanse Mute Math. Eerlijk gezegd moest hij me uit mijn Hello Kitty-huissokken sleuren, want die band: die was -zover ik kon oordelen vanaf Youtube – niet helemaal mijn ding.
Maar het moet gezegd worden: het was veel leuker dan ik verwachtte. Met als groot bonuspunt: de geheel niet onaantrekkelijke drummer. Licht autistisch, dat wel. Zo kwam hij op, ritste een lang stuk tape van een rol af en plakte zo zijn koptelefoon woest met drie lagen tape rond zijn hoofd. Ik begon het toen al warmpjes te krijgen.
Vervolgens heeft hij een partij lopen rammen op die drums; zó in zijn eigen wereld en zich zo inspannend heb ik een drummer nog nooit bezig gezien. En passie, lieve lezers, is voor mij woest aantrekkelijk. Het kan echter ook de overduidelijke overeenkomst met mijn favoriete designer zijn geweest (snapt u ‘m?) die mijn hartslag deed versnellen.
Maar: we hadden hier wel degelijk te maken met het fenomeen ‘hunk’. Een beetje het type ‘Amerikaanse soldaat die terug komt uit Irak’ (val ik anders nooit op). Een beetje Jarhead, maar dan mét hersens en alle tanden nog.
Terwijl het publiek rondom mij he-le-maal uit de Allstars ging, speelden zich op mijn netvliezen ondertussen taferelen af van mij in panterprintbikini en hij met een lendedoek om, slingerend aan een liaan om me uit de klauwen van King Kong, een T-rex, of vul-‘m-maar-in te redden.
En vriendlief, Tarzan numero uno, laten we dat voorop stellen, maar vragen ‘of-ik-het-wel-naar-mijn-zin-had’. Ikke wel!
Afijn, de puisterige pubernekken en 5-liter potten gele gel die de hele tijd tegen me aansprongen daargelaten, heb ík me wel vermaakt. Ik had hevig bezwete (rauwr!) little drummer boy achteraf bijna nog een sponsbadje aangeboden. In plaats daarvan keek ik vriendlief weer in de poppetjes van zijn ogen, gaf ik hem een dikke zoen en zei ik: "Gaan we volgende keer weer?"
8 Comments