De eerste keer dat ik in Parijs was, maakte ik een foto van een heel schattig bakkerijtje/patisseriewinkeltje in de Marais. Pas bij thuiskomst zag ik wat ik nou écht had gefotografeerd (je loopt daar echt als een halve gare met je camera te flitsen, zó fotogeniek is Parijs): guimauves. Oftewel: marshmallows. Maar dan in lange, smalle repen – soms met een knoop erin. In het boek ‘The Sweet Life in Paris‘ van David Lebovitz las ik dat guimauves vroeger bij de apotheek werden verkocht omdat ze goed zouden helpen tegen keelpijn. Ik voel spontaan een kinkhoestje opkomen…
Daarmee was mijn marshmallow-fascinatie geboren. Tijdens een latere trip naar Parijs liep ik stad en land af, op zoek naar de lekkerste guimauves. Bij Patisserie Pain de Sucre vond ik marshmallows in de vorm van grote vierkante blokken in prachtige kleuren, met uitgesproken smaken.
En toen dacht ik: waarom probeer ik ze niet eens zélf te maken? Het duurde even voordat ik een suikerthermometer in mijn christmas stocking vond, maar toen kon ik los. Ze zijn verslavend leuk om te maken. Probeer het zelf!
Dit heb je nodig:
– 10 gram gelatineblaadjes
– 375 gram suiker (zoveel?! ja, zoveel)
– 3 eiwitten
– 80 gram geraspte kokos
– 1/4 theelepel vanille-extract
– water
– een suikerthermometer!
Zo maak je ze:
Rooster de kokos kort in een droge koekepan tot ‘ie een beetje bruin is. Hallo instant huisparfum!
Zet dan de suikersiroop op: pak een steelpannetje met een dikke bodem, doe de suiker erin en 130 ml water. Roer de suiker even goed los van de bodem. Let op: als je het vuur aanzet, MAG JE ABSOLUUT NIET MEER ROEREN! Hoe groot de verleiding ook is. Hou je in. Dus: zet het vuur aan en leg de suikerthermometer erin. Wacht geduldig af tot de suikerthermometer 125 graden aangeeft. Dan is je suikersiroop klaar. Zet de pan van het vuur.
Klop ondertussen de eiwitten tot ze stijve pieken vertonen. Als je suikersiroop klaar is, zet je de mixer op de hoogste stand en schenk je de suikersiroop voorzichtig in een constante straal bij de eiwitten, aan de zijkant van de kom. Kijk uit dat de suikersiroop niet op de garde van je mixer komt, want dan krijg je gesponnen suiker. En dan niet de lekkere fluffy suikerspin-variant, maar een enorme klont die je vervolgens los moet bikken (ik spreek uit ervaring).
Laat de mixer ongeveer 5 tot 8 minuten draaien, tot de zijkanten van de kom koel aanvoelen.
Laat de blaadjes gelatine zo’n twee minuten weken in koud water, knijp ze uit en doe ze in een klein steelpannetje. Het water gooi je weg. Verwarm het pannetje zachtjes en roer de gelatine los, tot je een soort siroopje hebt. Schenk dit ook weer bij de eiwitten, samen met de vanille-extract, en laat nog even mixen.
Zet een rechthoekig bakblik of braadslede klaar en bedek de bodem en zijkanten helemaal met vershoudfolie. Strooi de helft van de geroosterde kokos op de bodem en zorg dat die helemaal bedekt is met de kokos.
Kieper het marshmallow-mengsel erbovenop en probeer met een spatel de bovenkant zo glad mogelijk te maken. Daarna strooi je er de andere helft van de kokos bovenop. Laat dit minstens vier uur rusten op kamertemperatuur. Daarna kun je de plak marshmallow op z’n kop op een snijplank leggen en er met een scherp mes (of een pizzasnijder) vierkantjes van snijden. Rol die vierkantjes nog even met alle zijden door de restjes kokos die los in het bakblik liggen totdat ze helemaal bedekt zijn met een laagje kokos.
Bewaar in een luchtdichte trommel en eet ze binnen een week op. Maar dat zal vast wel lukken. 🙂
Mocht je nu toch nog denken: maarhoedan? Check dan dit filmpje, dat vond ik erg verhelderend.