Street Food Revolution!

Als ik met mijn vriend op stap ga, is het vaak hét punt van discussie: wáár gaan we lunchen? Immers: je hebt niet altijd zin om in een café of lunchtent neer te strijken en je hebt soms ook gewoon te weinig tijd om ergens te gaan zitten, op je bestelling te wachten, de ober te wenken voor de rekening (die dan ineens in geen velden of wegen meer te bekennen is) etcetera. Als je geen tijd of zin hebt om ergens te gaan zitten, heb je qua lunch-op-straat in Nederland een paar opties: een HEMA-hotdog, een zak friet, döner-kebab, een Vietnamese loempia of een broodje Subway. Als je écht geluk hebt, is er nog weleens een lekkere Italiaanse bol te krijgen (in Utrecht is het Broodje Mario wereldberoemd), maar voor de rest is het fastfood wat de klok slaat.

Wat een verschil is het dan als ik kijk naar reisprogramma’s over eten, zoals die van Anthony Bourdain. Of als ik kijk op de blogs van medesmulpapen over de hele wereld, die overal de lekkerste, meest kleurrijke lunches en streetfood eten. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de vele food trucks die andere landen in deze wereld rijk zijn; toffe karren waar lekker, vers en ook divers voedsel uit geserveerd wordt. ‘Waarom hebben we dat hier niet?!’, heb ik me dikwijls afgevraagd, terwijl ik maar weer een patatje ging halen bij Manneken Pis.

Gelukkig zijn er nog veel meer mensen die zich afvragen waarom er in Nederland maar geen gezond, lekker en divers streetfood te krijgen is. De gasten van Street Food Revolution (gestart door Vleesch Noch Visch) bijvoorbeeld. Zij zeggen: “In heel de wereld kan je heerlijk en gezond eten op straat, behalve in Nederland. Hier betekent streetfood; patat, hotdogs en oliebollenkramen; de ouderwetse vette hap. Er is gelukkig verandering op komst. De behoefte aan een combinatie van gezond, lekker en duurzaam voedsel word steeds groter. Een klein legertje innovatieve streetfood ondernemers staat al klaar om dit gat in de markt te vullen met hun gezamenlijke passie: liefde voor (h)eerlijk en gezond voedsel.”

Maar waar blijven ze dan; die kraampjes en food trucks met lekkere, eerlijk en gezonde happen? Die worden opgehouden door papierwerk. Vergunningen om precies te zijn. Want er worden geen nieuwe vergunningen verstrekt voor deze vorm van streetfood. Daardoor kunnen wachttijden voor een vergunning op sommige plekken oplopen tot wel 30 jaar.

Daarom roept Street Food Revolution op om de petitie te tekenen: “Vind jij het ook belangrijk dat we gezond en lekker kunnen eten op straat? Doe dan mee aan onze Street Food Revolution en word ook een Streetfoodfighter. Teken vandaag nog deze petitie en nodig al je vrienden uit hetzelfde te doen. Als we 40.000 handtekeningen verzamelen, kunnen we het onderwerp agenderen in Den Haag en gaat er hopelijk echt iets veranderen in ons straatbeeld.”

Teken ook! Surf naar www.streetfood.petities.nl en spread the word!

In oktober 2012 werd er een Foodguerilla georganiseerd in Amsterdam. Vele Nederlandse foodtrucks kwamen hier hun streetfood uitdelen. Wat een cool initiatief! Ziehier het filmpje:

Tijdschrift New York Magazine plaatste een overzicht van haar favoriete food trucks. Heel leuk om te zien (klik op de afbeelding om te vergroten)!

 

Must visit: burgerbar Meneer Smakers

Soms, sóms heb ik gewoon ontzettende zin in een hamburger (oké, vaak, váák heb ik gewoon ontzettende zin in een hamburger…). Ik ben helemaal niet zo’n fastfoodie, maar ik denk dat het komt door de umami: neem een hap van een (echt goede) hamburger en er volgt een smaakexplosie in je mond.

Maar zie hier in Nederland maar eens zo’n echt goede hamburger te krijgen. Als ik naar een willekeurige aflevering van ‘The Layover’ van Anthony Bourdain kijk, lijkt het wel alsof je overal ter wereld je tanden in zo’n burger kunt zetten. Maar in Nederland ben je toch aangewezen op de grote gele M of een broodje hamburger van de braderie: een wit, wattig bolletje waar zo’n flauwe Mora-burger op gekwakt is en als je geluk hebt een klodder ketchup en een verlept blaadje sla. Niet bepaald iets waar je smaakpapillen van gaan dansen.

Toen vriendlief en ik dan ook hoorden dat er een échte burgerbar geopend was in Utrecht, dachten we meteen: daar moeten we heen. En wat ziet het er tof uit, bij Meneer Smakers aan de Nobelstraat! De mooie huisstijl is overal doorgevoerd; tot en met de papieren zakjes en servetjes aan toe, op de grote krijtmuur leven studenten van de kunstacademie zich uit met echte krijtkunst, je krijgt je portie frietjes en je burger op vloeipapier in een mandje geserveerd zoals in een echte diner (heb ik een zwak voor wegens een teveel aan Amerikaanse films) en op tafel staan oldskool knijpflessen met ketchup en andere sauzen.

De burgers worden gemaakt van verse, eerlijke producten (er staat ook bij waar het rundvlees vandaan komt) en hebben allemaal een naam: van de Opa Harry tot aan De Tante Truus en de Ome Jimmie. Ik bestelde de Ome Huib; een gegrilde kipburger met gegrilde courgette, avocado, bosui en een frisse yoghurtsaus. Ik zei nog tegen mijn geliefde: “Is het niet heel fout om een kipburger te bestellen?”, maar hij antwoordde wijselijk: “als je het érgens doet, doe het dan hier”. Mijn lief bestelde de ‘Mevrouw Smakers’: een pittige 100% runderburger met gegrilde paprika, courgette, groene peper & geheime familie Smakers saus’. Overigens zijn er ook een vegetarische geitenkaasburger, een burger van walnoten en rode linzen en een zalmburger; voor wie geen vlees eet. Laat me je vertellen: allebei hebben we nog nooit zo’n lekkere burger op. De rest van de middag hadden we een uiterst tevreden vol buddha-buikje en riepen we tegen elkaar: “Als je zó’n hamburger hebt geproefd, wil je toch nooit meer een andere?”. Ga erheen dus: Meneer Smakers!

Things that make me happy: de lekkerste chocolade die ik ooit heb gegeten

Met een buik vol Korean Barbecue liep ik op een zaterdagavond langs de Metropolitan Deli in de Amsterdamse Warmoesstraat. Het is dat ik zo vol zat, anders was ik vast gezwicht voor een verse cornflake-cookie, rabarberijs of de warme wafel met chocoladesaus die vriend D. zonder blikken of blozen in één keer wegwerkte (wow!). Mijn darmen krompen al ineen bij het idee. Maar zwaar onder de indruk van het assortiment, kon ik niet zonder goodies naar huis. Zo vond ik er twee zakjes huisgemaakte marshmallows, met de schattige naam ‘Killing Me Softly’ (krijg het liedje van Roberta Flack nu niet meer uit mijn hoofd); de ene in de smaak pure chocolade en de andere met witte chocolade (bonuspunten voor de zwarte stipjes van het vanillestokje). Vooral die met pure chocolade zijn belachelijk lekker (de witte wat zoet voor mijn smaak). In een vlaag van hebberigheid had ik ook nog een reep chocolade, gewikkeld in vloeipapier meegenomen. ‘Melkchocolade met gerookt zeezout’ staat erop.

Welnu, die chocolade en ik hebben inmiddels een innige liefdesrelatie opgebouwd. Wens ik normaliter niks anders dan een 70% cacao-reep pure choco, nu bewaak ik elk blokje van deze reep melkchocolade (MELKchocolade!) met mijn leven voor de chocoladebuien van mijn lief (ik heb hem voorlopig kunnen afleiden met een grote zak paaseitjes die mijn moeder nog over had).

Want deze melkchocolade is zo anders, zoveel voller dan andere melkchocolade die ik in mijn leven heb geproefd. Hij is niet zo zoet en blijft heel prettig achter in je mond (oké dit klink gestoord), alsof je net warme chocolademelk op hebt. Het gerookte zeezout maakt ‘m lekker hartig en prikkelt je zintuigen.

De chocolade wordt trouwens gemaakt door Rodney & Enver, ofwel de enige echte (Nederlandse) Chocolate Makers! De cacaobonen die zij gebruiken, worden jaarlijks per zeilschip geïmporteerd uit de Caraïben. De naam van dat zeilschip is Tres Hombres, vandaar ook die naam op de reep. Hartstikke duurzaam transport, en per verkochte reep gaat er 30 cent naar het zeilschip.

Ik geloof niet dat ik ooit nog een normale chocoladeletter of chocoladepaashaas kan eten. Proef ’t zelf!

De Tres Hombres-reep is online te koop via de website van Chocolate Makers. Overige verkooppunten vind je ook op de site.

Cool initiatief uit Frankrijk: My Little Box

In Nederland kennen we wel de Blije Dozen en andere ‘goodiebags’ die je eerder opzadelen met een berg oud papier en spullen-die-je-eigenlijk-helemaal-niet-wilt dan met dingen waar je nou écht blij van wordt. Entrez My Little Box: oui oui, in Frenszj, want deze uitvinding komt uit het land van de Crème Brûlee (zo’n beetje het goddelijkste toetje ever). Neem ’n abonnement en er staat elke maand een postbode voor je deur met een schattig doosje, pour toi. De boxen zien er al te gek uit (très belangrijk), maar zijn ook nog eens gevuld met écht leuke spulletjes. Elke box heeft een ander thema, maar de inhoud ervan is altijd bedoeld om jezelf mee op te kunnen doffen, je te inspireren en je te verwennen. Zo krijg je in December een kerstpakketje, staat de inhoud van My Little Box in januari helemaal in het teken van detoxen en is er ook al eens een My Little New York Box, een My Little Color Box, een My Little Travel Box en een My Little Happy Box verschenen (om er een paar te noemen).

De redactrices van My Little Box zoeken elke maand de leukste spulletjes voor je uit, en je ontvangt niet alleen mooie beautyproducten, maar ook kleine cadeautjes die gemaakt zijn door Kanako; tevens de illustratrice van My Little Box. Het kan vanalles zijn: tape met leuke printjes tot aan geeky stickers voor op je laptop, lieve kaartjes om te versturen, een iPhone hoesje, een paspoorthouder, notitieboekjes, warme sokken, een tof haarbandje, een nieuwe agenda of zelfs een mini-bloempotje om zelf bloemen in te kweken. De spulletjes zijn allemaal gemaakt door Kanako en daardoor exclusief. Ik was blij verrast, véél leuker dan weer het zoveelste proefmonster!

Eigenlijk is het een cadeautje aan jezelf dat elke maand aan je deur wordt bezorgd. En voor 15,50 per box, is dat goed te doen. Je sluit een abonnement af en kunt wanneer je maar wilt opzeggen, no strings attached. De enige ‘maar’ is natuurlijk dat My Little Box uit Frankrijk komt en daardoor niet (hopelijk slechts een kwestie van tijd…) in Nederland wordt bezorgd. Belgische lezeressen van dit blog hebben meer geluk: die kunnen zich wél abonneren. Vite, vite!

Dingen waar je blij van wordt

Cadeautjes kopen voor je (kleine) nichtjes & neefjes die het vervolgens uitgillen van pure blijdschap: “Een step! Die vind ik écht leuk! Dankjewel!” Wortelsap. Mooie oranje kleur + instant vitamineboost Door de stad lopen als het nog vroeg is en er nog weinig mensen zijn, om de stad te zien wakker worden. Ik vind dat zó lekker! En dan lekker ontbijten bij de bakker. Van die dunne oranje Stabilo-pennen in allerlei kleurtjes. Ik kan daar verlekkerd naar kijken bij mijn bladenboer. Op een mini-ontdekkingsreis gaan door de toko of Aziatische supermarkt. Ik ben gek op Aziatisch eten; het is vers, geurig, gezond en kleurrijk. Ik kom dan ook altijd geïnspireerd terug van de toko. De huisgemaakte lasagne van vriendlief Heel veel vrienden over de vloer hebben, die lekker languit op de bank zitten, gewoon zelf drinken gaan pakken uit je koelkast en zich – kortom – op hun gemak lijken te voelen in jóuw huis. Zo relaxed vind ik dat! Ook al is het nog niet echt warm geweest; tóch al lekker uit de wind op je dakterras kunnen zitten in het zonnetje met een kopje koffie. Happy days! Plus: het besef dat het eigenlijk alleen maar beter weer kan (en gaat) worden. Dit is vooral een reminder voor mezelf, want jongens ik heb het zoooo gehad nu met dat gebrek aan zonlicht en de kou etc. Happy days are here again, NEnz!Leuke gesprekken met inspirerende, bevlogen mensen die met iets cools bezig zijn. Shii-take paddestoelen met een beetje (lichte) sojasaus en sesamolie. Jezusmina wat lekker. Nieuwe afleveringen van Mad Men Roze badspul van Sabon met patchoeli, lavendel en roos.

Het lichte gevoel dat je krijgt van versgeknipt haar. Ook al is er maar zo’n klein stukkie vanaf. Tweedehands platen meenemen voor een prikkie die bij thuiskomst fantastisch blijken te zijn. Alvast even kijken welke leuke lentekleren (en schoenen niet te vergeten!) je ook alweer hebt liggen in je kast. Zelf kruiden kweken. We hebben ze gewoon boven in de vensterbank staan! Werkt als een trein! Binnenkort gaan we zelf chili’s kweken en we hopen onze tuin of dakterras binnenkort ook in te kunnen richten met een mini-moestuintje. Niets is zo leuk als koken met je eigen verse kruiden of groenten. Het tevreden gebrom van je lief als je lekker voor hem hebt gekookt De felgekleurde winkelmandjes van de HEMA. Na het werk lekker in bad plonzen om even bij te komen. De perfecte kleedjes vinden voor op mijn balkon, die nog supercheap bleken te zijn ook De bubble tea met lycheesmaak en mango-bolletjes van 8tea5 in Den Haag Gezellig Korean Barbecuen bij Yokiyo met een groep vrienden De slappe lach hebben om niets  De dag beginnen met een groot glas water met citroen. Lekker fris! Oude Happy Lists lezen. Makes me happy!

Nog meer dingen waar je blij van wordt:

De Facebook-pagina ‘Humans of New York‘ doet verslag de mooiste mensen met de mooiste verhalen op straat in New York:

Even een reminder voor je (omdat je het soms vergeet):

Ze komen eraan: de ‘Dreamy Chocolate Hippo’s’ van Barú: mini-nijlpaardjes van chocolade. Pas in september, maar toch: een mens moet iets hebben om naar uit te kijken, toch?

Coole chocoladeverpakkingen van Simply Chocolate:

Boek een reis, koop gekke schoenen, verras iemand, verf een muur, ga op roadtrip!

Motto for life: wees blij met je billen!

Ik keek vroeger áltijd naar The Cosby Show. En het blijft leuk:

Cool initiatief van SoulPancake: take a seat & make a friend:

Dove zet beauty in een nieuw daglicht (en I love them for it):

De Willy Wonka van de macarons: Adriano Zumbo

Wat ik zo verdomd fantastisch vind aan macarons – behalve dan dat ik zielshemeltjegelukkig word van hun snoeperige kleurschakeringen en dat ze zo geweldig bij mijn outfits passen (ja zo leeghoofdig ben ik nou: dat ik het leuk vind dat de kleur van de macaron die ik eet -KIJK IK BEN ÉÉN MET DE KUNST! – ook nog eens past bij de kleuren die ik aanheb. En bij mijn nagellak), is dat er zoveel geconcentreerde smaak in één koekje kan zitten. Ja, dan moet je natuurlijk niet de flauwe macaron-misbaksels eten die als wild onkruid op de gekste plaatsen opduiken, maar de echte met bloed, zweet & tranen gebakken creaties van patissiers die weten waar ze mee bezig zijn.

Zo ben ik altijd blij als ik bij Josephine – mijn favoriete macaron-dealer in Utrecht waar ze de macarons van Tout uit Amsterdam verkopen – de tomaten-basilicum-macarons weer zie liggen. Ik ga dan ook ’t liefst niet voor framboos en chocolade (maar vanille dan wel weer, want aan een écht goede vanille-macaron herken je een vakman), maar voor de gekke smaken die ertussen liggen. Als er een gefrituurde-kip-macaron zou zijn, zou ik ‘m direct proberen. En die blijkt te bestaan, want Adriano Zumbo heeft er een recept voor bedacht.

Vandaag dwaalde ik via Google af naar Zumbo-land waar ik een klein kijkje in het brein van deze patissier heb mogen nemen. En laat me je vertellen: de vent is knettergek. Van het geniale soort. Je hebt hem misschien weleens gezien in de Australische Masterchef, waar hij de kandidaten de stuipen op het lijf joeg door ze de meest waanzinnige beeldhouwwerken te laten namaken. De aflevering waarin hij ze opdroeg een gigantisch peperkoekhuis na te bootsen is legendarisch.

Je kunt je voorstellen dat zo’n man zijn hand niet omdraait voor een paar macarons. Daar gaat hij dan ook compleet mee uit zijn panty door ze uit te voeren in de meest bizarre smaken. Hij noemt ze zelfs ‘Zumbarons’! Ik geloof dat er wel 62 verschillende zijn. Wat dacht je van een biermacaron? Duck pancake? Eucalyptus? Fried chicken? Gin & tonic? Kimchi? Japanese mayo? Kalamata olives? Musk? Passionfruit & yoghurt? Pork belly? Satay? Ik bedoel maar. Met zijn twee (kook)boeken ‘Zumbo’ en ‘Zumbarons’ daagt hij je uit om ze na te maken. Ik denk niet dat ik het aandurf, immers: ware kunst moet je niet willen reproduceren. Daar moet je gewoon van genieten. Op naar Australië dus, naar zijn nieuwste bloedmooie conceptstore The Star

Foto van de macaron-smaken eerlijk gejat van Pretty Pretty Yum Yum. Foto van de macarons eerlijk gejat van Crunchy tiger.

Olympia Le Tan – and all that jazz

Het is een beetje alsof je naar een photoshoot van Amy Winehouse zit te kijken (of the Ronettes; de muziekdames door wie Amy zich op haar beurt weer liet inspireren): de nieuwe collectie van Olympia Le Tan. Als haar naam geen kerkklok bij je doet rinkelen, doen haar tasjes het wel: de book clutch, een klein tasje met daarop geborduurd de covers van de grote klassieke romans van onze tijdsgeest, herken je vast uit duizenden (leuk weetje: Olympia leerde het borduren van haar oma).

De nieuwe lente/zomercollectie voor 2013 van Olympia Le Tan draait niet meer om boeken, maar om muziek. Jazzmuziek, om specifiek te zijn. En laat dat nu net zijn wat er toch vooral op mijn platenspeler ligt (en aan de muur hangt, tussen twee haakjes). Clutches, koffertjes en handtassen met de opdruk van beroemde Jazz-platen van bijvoorbeeld Erroll Garner en Dizzy Gillespie. De vierkante koffertjes zijn bovendien precies groot genoeg om een elpee in mee te nemen.

De tassen van Olympia Le Tan zijn behoorlijk prijzig, maar inspiratie is gelukkig gratis. Dus laat je inspireren door deze jazzy 60’s vibe: toupeer je haar tot een beehive, zet een streep eyeliner, trek je mooiste sokjes aan en waan je in de sixties. En zet vooral eens een lekker jazzplaatje op.

De 5 leukste tops met katten

Omdat niets zo overduidelijk ‘ik ben een leuk persoon’ zegt als een kat op je T-shirt of trui (vind ik!): de vijf leukste tops met katten:

1. Hier heb ik dus serieus een middag lang LOL van gehad (ongeveer €22,-, Burger & Friends via Etsy)

2. Met een vleugje goth (€12,95 bij H&M)

3. Net zo’n snoetje als Memebon. Superkawa-iiiiii! (€14,95, Zara)

4. Kittens in neon op een oversized top; what’s not to love? (€19,99 New Look)

5. Stoere kitty op een baseball-tee (€59,99 euro, Simeon Farrar voor ASOS)

Blitse bikes van Electra

In mijn vorig huis was het vaak een hele tour om met fiets en al het appartementencomplex uit te rijden. Of erger nog: terug te keren. Fietsen kunnen daar namelijk worden opgeslagen in de gezamenlijke fietsenstallingen, die zich op de eerste verdieping bevinden. Daar zit dan een plaatje naast de deur waar je je zogenaamde ‘token‘ langs moet halen om de deur open te laten draaien. Natuurlijk stond ik altijd voor het verkeerde plaatje, waardoor niet de fietsenstalling, maar de deur naar het trappenhuis dan met een woest gebaar naar binnen openzwaaide. Als je dan eenmaal wél bij je fiets was en de stalling wilde verlaten, moest je die stomme token wéér voor zo’n stom plaatje houden om naar buiten te kunnen (alsof we massaal zouden willen rondhangen in de fietsenstalling). Uiteraard was die token tegen die tijd weer nergens te vinden (in mijn tas? jaszak? broekzak? wacht, had ik ‘m nou aan mijn fietssleutel gehangen?). Vervolgens kon je alleen van de eerste verdieping naar beneden komen door óf je fiets te proberen in het hokje voor de lift en achtereenvolgens ín de lift te frommelen, óf je moest van een waanzinnig steile helling naar beneden fietsen, alwaar je gevaarlijk rond drie enorme rotsblokken moest zien te slalommen, die er lagen om te voorkomen dat er auto’s naar boven zouden rijden.

En dat was dan nog slechts de heenreis.

Terug, was het nog een veel dramatischer verhaal. Als ik wiebelend aan kwam fietsen, beladen met boodschappen, kwam ik met mijn puppyconditie natuurlijk nevernooit die steile helling weer op. In het begin frommelde ik dan dus mezelf, plus fiets, plus boodschappen in zo’n lift naar de eerste verdieping en vervolgens in het hokje voor de lift. Daar moest ik dan de verleiding weerstaan om NIET OP DIE ENORME GROTE ZWARTE KNOP NAAST DE DEUR TE DRUKKEN, want dan werd die loodzware deur automatisch (naar binnen! in dat kleine hokje voor de lift!) geopend en werd je met fiets en al en met grof geweld geplet achter die deur.

Later kwam ik erachter dat er aan de achterzijde van het gebouw ook nog een steile trap met een fietsgeul ernaast was. Moest je wel je zwaar met boodschappen beladen fiets een paar meter mee naar boven trekken, maar het was tenminste nog íets (en goed voor Jennifer Lopez-billen).

Wat ben ik dan blij met mijn nieuwe huis, waar ik gewoon met jas en al in het washok verdwijn en enkele seconden later via de achterdeur naar buiten fiets. Net magie! (het enige wat ontbreekt is een rookmachine)
Er zijn enkel nog wat obstakels op de terugreis; zo kwam ik van de week uit de stad terug met uiteraard veels te veel brood en macarons, een enorme bos verse bloemen van de bloemenmarkt, een op de één of andere manier gewonde duim waar bloed uit kwam (geen idéé hoe ik daar aan ben gekomen) en een goedkope-oorbel-uit-dat-koddige-strandwinkeltje-in-Valencia die de hele tijd uit mijn rechteroor sprong. Toen mijn onemanshow eenmaal bij de achterdeur was beland, viel er ook nog eens een knoop van die verrotte winterjas, waar ik nou al tig zondagen op rij afgevallen knopen aan heb zitten naaien.
Woest en met loopneus reed ik mijn fiets naar binnen in een pikkedonker washok – want de lichtknop zit natuurlijk precies aan de andere kant van de ruimte; de meest dichtstbijzijnde knop is voor de buitenlamp – alwaar ik een rek met door vriendlief vers gewassen & opgehangen witte T-shirtjes aan mijn fietsband reeg. Goed, daar zie ik dus nog wat verbeterpunten. Maar toch: er kan niets op tegen dat vrije gevoel van (liefst op een zonnige dag natuurlijk!) op je fiets springen, de wind door je haren voelen en zingend door de straten sjezen. Al dan niet met een bos verse bloemen in je mandje.

Ik vond twee belachelijk mooie fietsen van het merk Electra die dat allemaal nóg leuker maken. Allereerst: de Night Owl, te koop bij Bikesplaza:

En dan nog de Navajo Cruiser, te koop bij Cruise Control Bikes

En dan nu maar hopen op mooi fietsweer.

Fafi x Undiz: de collectie!

Ik was al koortsachtig een verlanglijstje aan het opstellen, toen ik dacht: wel zo leuk als ik ook even met je deel dat de lingeriecollectie van Fafi voor het Franse merk Undiz inmiddels een feit is. O wat heerlijk: allemaal ondergoed – van hemdjes tot aan bustiers, beha’s en hippe hipsters – met het werk van Fafi erop. Je kunt zelfs vriendlief in de Fafinettes steken, want voor les hommes zitten er een paar fijne boxershorts bij.

Fafi zegt over de collectie: “I had so much pleasure creating it: from the prints to the fabric choice, from the iconic Fafinette to the shape of the pieces, helped with an almost-all-girls creative team. We took the time for each details, I am very proud of the result and I think any Fafinette would wear it, rock it and allow their lover to take them off.

Ook voor de prijs hoef je het niet te laten liggen: je hebt al een onderbroek van Fafi x Undiz voor 6,95 euro. Thank you Lord! En waar schaffen we dit dan aan? Zeer binnenkort, via www.undiz.com. De site is wel geheel in het Frans, maar daar worstel je je vast met liefde doorheen.

Nog veeeeel meer plaatjes after the jump!

read more »