One bad meeting

Er zijn van die mensen waarmee je zo’n unpleasant verleden hebt, dat je hoopt dat je ze nooit meer tegenkomt. En als je daarop niet meteen emigreert, is de kans groot dat je ze dus op een dag wel tegen het lijf loopt. Zo had ik gisteren mijn bad meeting met K. & K., die een paar jaar geleden friends van me waren in de streetdancegroep waarin ik zat (jaaa mensen, ik kón vroeger dansen). Helaas pour moi veranderden ze in ware backstabbers en roddelden ze erop los over mij en mijn vriendje, waarmee ze me ongelofelijk hebben gekwetst. Voor mij was het toen dan ook over en uit en besloot ik na een tijdje, omdat ik gewoon de schijn van ‘one big happy family’ niet meer op kon houden, de groep te verlaten.
Drie jaar lang was er geen vuiltje aan de lucht en dankte ik god op mijn blote knietjes dat ze ervoor had gezorgd dat ik K. & K. (en M. die nog veel erger was, maar dat terzijde) al zo lang niet meer was tegengekomen. Ik zag de ene K. vorig jaar trouwens nog wel op het station en hoewel ik alleen een ‘hoi’ genoeg vond, wilde zij blijkbaar alle ins en outs van het wezen NEnz weten en me waarschijnlijk onder de neus wrijven dat zij nog steeds met z’n alleen één gezellig streetdanceteampje vormden.
Dit keer echter, draaide deze zelfde K. haar hoofd om toen ze me zag (zo van: als ik je niet zie, besta je ook gewoon niet) en glimlachte de andere K. zenuwachtig naar me. En als ik ergens niet tegenkan, is het dat mensen hun hoofd omdraaien of je negeren als je ze kent, zonder je op z’n minst aan te kijken, een boze blik te geven of een blijk van een glimlach te gunnen. Hoe erg mijn vijand ook is, ik kijk haar wel aan. Het klinkt misschien raar, maar ik heb het idee dat je dan sterker overkomt.
Het was een surrealistisch moment, alsof je ineens Jesse Metcalfe (oh yes please!) met open armen op je af ziet lopen in je hometown. Met enig verschil dat dat een léúk moment moet voorstellen en dat dit dat allerminst was.
Na de eerste schok riep ik in paniek tegen vriendin S., die ondertussen verwikkeld was in een heel ander verhaal, dat dat dé meiden waren waarop ik in gedachten samen met S. al jarenlang wraak aan het nemen was geweest. S. keek me geschokt aan: “Waren dat ze?!”
“Jaaaa!” kermde ik. En toen: “Oh nee, oh nee, hoe zie ik eruit? Was ik nou toch maar naar de kapper gegaan en had ik mijn drop-dead-gorgeous Criminal-colbertje maar aangedaan!”
Maar lieve S. overtuigde me ervan dat ik er hartstikke goed uitzag en dat mijn Paul Frank jasje (uit NY) vast ook een verpletterende indruk bij ze had achtergelaten, waardoor K. & K. by now vast hysterisch hun kledingkasten aan het uitzoeken zouden zijn.
Het klinkt heel mutserig, maar een paar jaar geleden zou ik een ongelofelijk naar gevoel in mijn maag hebben overgehouden aan zo’n mini-reünie. Ze hebben me vroeger zó gekwetst, dat alle nare gevoelens die je zo carefully hebt weten te verwerken, ineens weer opborrelen. En hoewel ik vriendinnetje S. wel tien keer heb moeten zeggen hoe geschokt ik was dat ik ze weer gezien heb, kijk ik er nu positief tegenaan. Het klinkt stom, maar ik heb een beetje het ‘victory’-gevoel. Ik ben blij. Blij dat ik dicht bij mezelf ben gebleven en ze heb gegroet, ook al draaide de ene K. haar hoofd weg (waaruit ik kan concluderen dat zíj het er moeilijk mee had, gnagna).
So cliché, maar ik denk dat ik hier weer sterker uit ben geworden. En dat ga ik vieren met mijn gezellige M&M minimuffins, waarvan ik van de week een zelfmaak-pak op de kop heb getikt bij Xenos. Om met SATC’s Samantha te spreken: Cause it’s my party en i’ll celebrate my fabulousness if i want to…!

3 Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *