Drie bizarre maar waargebeurde verhalen:
Hond in schaapskleren
Een hele trits familie op bezoek bij mijn ouders, in de tuin. Oom P. speelt met Boetje, de wit-met-bruin gevlekte chihuahua van mijn broertje en schoonzus. Ze hebben het zo gezellig samen; ze lijken wel een duo. Dan roept Tante M. naar binnen: “Snel, geef mijn telefoon! Ik wil een foto maken van P. Hij heeft hetzelfde aan als de hond!”. En ja hoor: een wit T-shirt en khakikleurige korte broek. Vervolgens poseren ze samen als waren ze Samson & Gert.
We hadden hier nooit aan moeten beginnen
Een regenachtige dag vorige week. Ik lig voor pampus op de bank. Vriendlief oppert dat dit dan misschien een goed moment is om onze oude panterprintbank, die al tweeënhalf jaar boven staat, het huis uit te slepen en naar het aanbiedstation (de Kringloop) te brengen (hij heeft altijd een slecht gevoel voor timing gehad). Ik verzet me eerst in alle toonaarden, maar stem dan toch in. Dan is dat ding maar weg.
We stropen onze mouwen op en beginnen aan deel 1 van onze helletocht: de bank de trap af zien te krijgen. Mind you: onze trap loopt in een bocht. Het is een wonder dat niemand dit keer een zenuwinzinking krijgt (dat was namelijk wel het geval toen we ‘m jaren geleden naar boven trachtten te brengen) of gewond raakt (idem). We weten zelfs de muur wit te houden. Als we beneden komen, blijkt de hal echter toch wat smaller dan we dachten, waardoor we die eerst half moeten verbouwen voordat we de bank erdoorheen kunnen loodsen. Daarna komt het ding klem te zitten in de deurpost, waardoor ‘ie weer terug naar binnen moet en op hele ingewikkelde manieren gedraaid moet worden zodat ‘ie er toch doorheen past. In de tussentijd zie ik kalk afbrokkelen van de muur en diverse bruine strepen ontstaan op plekken waar de poten de muur hebben geraakt. Dit is het moment waarop ik heel hard mijn best moet doen om niet heel hard te roepen: “WE HADDEN HIER NOOIT AAN MOETEN BEGINNEN!”. Maar lieve lezer, wacht even, het wordt nog erger.
We komen buiten, in de stromende regen en besluiten de bank maar gewoon over de grond te slepen. Dat is het snelste en hij gaat toch weg. Als we aankomen bij mijn auto, moet ik eerst alle banken naar beneden klappen en verscheidene boodschappentassen en gevarendriehoeken uit mijn auto gooien. Met onze laatste krachten, tillen we de bank op om ‘m in mijn auto te laten glijden…. om vervolgens tot de ontdekking te komen dat hij nog een halve meter uitsteekt. En dus niet in mijn auto blijkt te passen. In de verste verte niet. Daar staan we, in de stromende regen, met een oude, vervuilde bank waar zand en modder aan kleeft. Er zit niks anders op: hij moet weer terug naar binnen. Weer terug naar boven is geen optie, want daarvoor is de bank te vies. Hij moet dus in de hal blijven staan, waar hij zowel de wc-deur als de voordeur blokkeert. “Ik bel grofvuil wel, die komen ‘m vast wel ophalen’, opper ik nog optimistisch. Even later krijg ik bericht van de gemeente: ‘Geachte mevrouw, op 20 augustus komen wij uw grofvuil ophalen.’ We hadden hier nooit, nóóit aan moeten beginnen.
Soul Sisters
Mijn verjaardag valt meestal precies in het weekend van het North Sea Jazz Festival en die breng ik dan ook daar door. Mijn ouders komen op zaterdagochtend toch eventjes langs, samen met mijn oma, om me alvast in de bloemetjes te zetten voor mijn verjaardag. De schatten. We hebben het natuurlijk vooral over het North Sea Jazz Festival en net als ze weer willen vertrekken, staan we nog even te praten in de hal. Ik vertel over de hysterische T-shirts met foto van Lady Gaga en Tony Bennett, die ik de avond ervoor heb gezien in de merchandise stand op het festival.
Mijn moeder: “Maar ze kregen wel goede kritieken! En ze kan ook wel echt zingen, zo blijkt. Dat had ik niet verwacht. Ze leek me zo iemand van meer show dan muzikaliteit. Zoals die ene zangeres uit dat trio, hoe heet ze ook alweer?”.
Mijn vader kopt meteen in: “The Staple Singers?”.
Mijn moeder: “Nee.”
Mijn vader: “The Pointer Sisters?”
Nu doet mijn – 80-jarige, dat moet ik erbij zeggen – oma ook een duit in het zakje: “The Andrews Sisters?*”
Mijn moeder: “Beyoncé. Die bedoel ik!”
(*het zou kunnen dat je die even moet Googlen, zo oud zijn ze)