Het was geloof ik nog maart toen mijn moeder mij benaderde met een snood plan. Of ik het ook leuk vond om in juli stiekem naar Portugal af te reizen om mijn tante S. te verrassen op haar verjaardag. Die viert ze daar namelijk ieder jaar (en geef haar eens ongelijk!), omringd door een clubje bevriende Portugezen. Het leek ons ontzettend grappig om ons verjaardagscadeau zelf naar Portugal te komen brengen en ’s ochtends zingend voor haar hotelkamerdeur te gaan staan. En wie zegt er nu nee tegen een paar daagjes in de Portugese zon?
Het was nog een hele toer om ons plannetje geheim te houden en wegens alle leugens die we hebben moeten vertellen, gaan we na dit leven waarschijnlijk linea recta naar de hel, maar o, wat was het leuk. Ondanks stakingen in Portugal in het vliegverkeer en al het openbaar vervoer, vlogen wij wel mooi op tijd (we zaten nog even te zenuwen, maar toen de piloot omriep dat we zelfs een half uur vroeger aan zouden komen dan gepland, barstten we in lachen uit). M.J., de receptioniste in het hotel die ook goed bevriend is met Tante S., zat in het complot en had ons allemaal een hotelkamer op dezelfde verdieping gegeven. Familievriend F. – ook in het complot – was al ter plaatse; Tante S. en haar man zouden de volgende dag aan het eind van de middag aankomen. Dat leek ons een mooie gelegenheid om ons uit de voeten te maken en met samen met vriend F. een dagje Lissabon in te trekken, zodat we mijn oom en tante konden ontwijken tijdens hun aankomst in het hotel.
Lissabon was prachtig en ik heb met het beklimmen van al die steile straten bil- en beenspieren getraind waarvan ik niet wist dat ze bestonden (spieren die ik meteen weer teniet heb gedaan door het nuttigen van enorme hoeveelheden pasteis de nata en kroketjes met bacalhau). Het hoogtepunt van de dag was een ritje in een Tuk Tuk die was gehuld in Portugees tegeltjesmotief, waarmee we over de keien van Lissabon vlogen. Een ander hoogtepunt was een bezoekje aan een hysterische schoenenwinkel, alwaar mijn moeder een trapje over het hoofd had gezien en met armen en benen gespreid een vrije val maakte, dwars door een muur van opgestapelde schoenendozen heen. Ik moest zo hard lachen dat mijn moeder niet eens tijd had om zich te generen.
In het treintje terug naar Estoril zaten we complotten te smeden om mijn oom & tante – die op dat moment in het hotel moesten zijn aangekomen – te verrassen. Vriend F. stelde voor dat we in hun bed onder de dekens zouden gaan liggen óf uit de kast zouden springen (zie je het voor je?). We hadden diverse mogelijkheden bedacht waar ze konden zijn: aan het hotelzwembad, bij de Brisa Bar – hun stam-strandtent – of misschien zelfs op hun balkon, en we vermaakten ons kostelijk met het idee dat mijn oom & tante op het balkon zouden zitten, ons zouden zien lopen en tegen elkaar zouden zeggen: ‘Hee, dat lijken …. wel? Maar dat kan toch nooit?’. Te moe van het beklimmen van al die steile straten en de hoge temperatuur, besloten we het nog maar even op z’n beloop te laten. Uiteindelijk werd het een verrassing voor alle partijen, want toen vlak voor het hotel de hoek omliepen, liepen we elkaar ineens tegen het lijf! Mijn oom en tante zagen aanvankelijk eerst alleen vriend F., die voorop liep, en knipperden daarna met hun ogen toen wij voorbijkwamen. Ze waren stomverbaasd. Missie geslaagd!
De dagen daarna zaten vol met zon, zee en nog meer bil- en beenspieren. Op zaterdagavond vierden we de verjaardag van mijn tante bij de Brisabar aan het strand. De hele familie van eigenaar Carlos was erbij, de usual suspects M.J. van het hotel en vriend F. waren van de partij, er waren bloemen en cadeautjes en ik zat op mijn blote voeten te genieten van een visschotel die speciaal voor ons – off menu – was bereid door de schoonmoeder van Carlos; de kokkin in de Brisabar. M.J. zat te vertellen dat ze de volgende ochtend om 08:00 alweer moest beginnen in het hotel, waarop vriend F. voorstelde om voor haar in te vallen. “Do you know Fawlty Towers?”, zei hij – duidend op de beroemde Britse televisieserie van een hotel dat wordt gerund door de chaotische John Cleese die alles in de soep laat lopen. M.J. antwoordde: “Forty towels?”. Ik heb nog nooit in mijn leven zo gehuild van het lachen. Terwijl ik mijn tranen droogde met een stapel toegeschoven zakdoeken, presenteerde Carlos een enorme slagroomtaart met kaarsjes en barstte de hele strandtent uit in de Portugese versie van ‘Wel gefeliciteerd’. De laatste noot was nog niet gezongen, of Carlos’ 6-jarige zoontje Francesco blies pardoes alle kaarsjes op de verjaardagstaart van Tante S. uit. Het was de perfecte avond.
De volgende dag hebben we afscheid genomen van Portugal met een bezoekje aan het kustplaatsje Cascais, een ijsje van Santini en – vaste traditie – een bezoekje aan de supermarkt (een van onze guilty pleasures is rondneuzen in een buitenlandse supermarkt). Terug in het hotel hebben we van iedereen afscheid genomen waarna we weer op het vliegtuig stapten terug naar Nederland. Het was dus een bliksembezoek aan Portugal, maar we hebben supergeconcentreerd genoten. Zoals mijn moeder zei: “Je zou kunnen zeggen dat het veel te kort was, maar kijk nou toch eens hoe gaaf het is dat je zoiets kunt doen voor een weekend!”. Pure joie de vivre dus. Laten we maar gauw weer eens iemands verjaardag gaan crashen…
Graffiti met een positieve boodschap
De leukte Tuk Tuk van Lissabon!
Ik wil zulke tegeltjes in mijn keuken!
In het centrum van Lissabon.
Schattig koffie-en theewinkeltje dat helaas gesloten was
Een lift middenin de stad
Bij gebrek aan verjaardagstaart (althans: op dat moment): een verjaardagsontbijtje in de kiosk in het park met een pastel de nata met kaarsjes. Happy birthday tante S.!
Aan de boulevard richting Cascais
Een overheerlijk ijsje van Santini: een bolletje geroosterde amandelen en een bolletje kersenijs. Zo vers dat mijn tenen ervan omkrulden.
Bontgekleurde restaurantjes
Visnetten op de kade
Hoe overheerlijk ziet deze baai eruit? Zucht!
5 Comments