Op mijn FLOW-kalendertje staat vandaag, op de allerlaatste bladzijde van dit jaar: “Goede voornemens? Neee! Stop je energie liever in het verzamelen van mooie herinneringen van het afgelopen jaar. Waar werd je blij van? Sluit het jaar af met een top 3 van mooie momenten in je hoofd.” Kijk; daar wordt een mens blij van. Niet jezelf buikpijn bezorgen vanwege alles dat beter, mooier of meer kan; maar het tellen van je zegeningen. Dat zal ik vannacht, als de klok 24:00 slaat, dan ook doen.
Naast mooie herinneringen heb ik ook veel gekke herinneringen. En die heb ik net zo lief als de blessings in mijn leven. Immers: niets is zo heerlijk als je verwonderen om een situatie en daar achteraf dan keihard om moeten lachen. Niet voor niets beginnen we in gezelschap onze dialogen graag met: “Wat me nou weer is overkomen…!” Waarna de luisteraar dikwijls met grote ogen aan onze lippen hangt. Bovendien kan het soms werken als een stukje traumaverwerking.
Ik besloot dan ook tot een klein jaaroverzicht van al mijn Weird Weekends van afgelopen jaar.
Er was het raadsel van de man die in een keer 50 gele kiwi’s kocht. Ik moet eerlijk bekennen dat ik elke keer aan hem moet denken als ik gele kiwi’s zie. De afgelopen jaren heb ik zo al diverse complottheorieen kunnen smeden. Waaronder: 1) de man verkoopt vanuit zijn keukenraam smoothies van gele kiwi’s. 2) de man heeft een marktkraam met groente en fruit en kocht de gele kiwi’s in de aanbieding, om ze met winst door te verkopen (dat doen de groenteboeren die hier op vrijdagmiddag voor de deur staan namelijk ook: die staan letterlijk de groenwaar van de Lidl door te verkopen). 3) er is zoiets als een ultrageheim gele kiwi-dieet, waar niemand nog iets van afweet, maar deze man wel (hij oogte trouwens wel ultraslank).
Er was de surpriseparty voor mijn schoonmoeder, waarbij we voor ruim 25 gasten een uitgebreide rijsttafel hadden besteld bij onze favoriete toko in Utrecht – waar vervolgens geen spoor van was. Nu hebben vriendlief en ik al dermate ervaringen met de desbetreffende toko dat we – mocht het er ooit op aankomen – onze eerstgeborene nog liever opeten dan toevertrouwen aan deze toko, en dus hadden we misschien al iets moeten zien aankomen. Toen het gerommel van magen begon door te klinken, pleegde ik een telefoontje aan de toko en bleek de mevrouw aan de andere kant van de lijn die ochtend de verkeerde bestelling te hebben gecancelled – jawel, die van ons. Waardoor er geen warm eten was voor 25 personen. Nog steeds doezel ik af en toe weg op de bank, dagdromend over wat er toch gebeurd moet zijn met die andere partij die dachten hun bestelling die morgen te hebben geannuleerd en ineens voor 25 personen nasi rames geleverd kregen. Als ik me de verbazing op hun gezichten voorstel, proef ik een vorm van zoete wraak.
Er was de suicidale wesp, die het huis binnen kwam vliegen op de geur van versgebakken bananenbrood en vervolgens – op mysterieuze wijze – in het kleinste kamertje terechtkwam, dat ik net aan het schoonmaken was (ja, lieve lezers, het kan niet altijd glamour zijn) alwaar hij besloot zichzelf te elektrocuteren door heen en weer te vliegen tegen de gloeilamp. Ik kan zo nog het gesis van zowel de lamp als de wesp horen. Hij landde vervolgens zacht in mijn emmer sop, ook wel bekend als de wespenhemel.
Er was de onverwachte ziekenhuisopname van mijn moeder. Iets waar we haar vooral niet aan moeten herinneren, want dan trekt het hele voorval aan haar geestesoog voorbij als de eerste minuten van Saving Private Ryan. O, o, mijn arme mamski. Ik weet nog steeds niet hoe ze die vijf dagen heeft overleefd (zijzelf ook niet trouwens) tussen Meneertje Jaja met zijn blauweplekkengezicht, de Darmenman die toen het bezoekuur nog in volle gang was tussen de ziekenhuisgordijntjes op de po moest, en het gebruikelijk leed dat zich afspeelt op de afdeling oncologie van het gemiddelde ziekenhuis. Zo begon mijn moeder op een avond plots ontzettend veel vocht vast te houden en op te zwellen, waarop de zusters die af en toe een blik kwamen werpen vooral dingen te zeggen hadden als: “Ja, vreemd” en “Ik snap er niks van”. Toen ik mij later hardop afvroeg of de zoutoplossing die mijn moeder al sinds binnenkomst kreeg toegediend niet misschien moest worden afgekoppeld, werd er “Gut, ja” gemompeld en slonk mijn moeder eindelijk weer terug tot origineel formaat. Naar omstandigheden gaat het trouwens best goed met mijn moeder; ze heeft sinds die tijd gelukkig niet meer hoeven overnachten in het ziekenhuis. Zover zouden we haar overigens ook niet krijgen.
En dan tot slot een bonustrack, want volgens mijn geliefde – die ook wel de Leo Blokhuis van onze familie wordt genoemd – hoort er bij een Greatest Hits opsomming ook een nieuw nummer:
Schoonzus R. druppelde op eerste kerstdag mijn huis binnen in een beeldige spijkerbroek, maar verzuchtte vrijwel direct: “Nens, hij is eigenlijk veel te strak! Ik heb nog snel een andere spijkerbroek meegegrist en het kan zijn dat ik die straks als we in het restaurant zijn in het toilet moet verwisselen. Dan help je me wel he?” Natuurlijk, dat doen schoonzusjes nou eenmaal. Eenmaal in het sushirestaurant zaten we met de hele familie aan een prachtige, originele familietafel; schoenen moesten uit, vanaf ons middenrif verdwenen we in een soort zitkuil. Ik vond dat wel best, want had zo mijn twijfels bij dat knalroze rokje dat ik voor de gelegenheid uit mijn kast had opgediept – dat nu wel handig werd gecamoufleerd. Van R. en de te strakke broek hoorde ik aanvankelijk niks, maar na het sushi-aperitief werd de situatie echter zo nijpend dat R. samenzweerderig tegen me zei: “Weet je wat? Ik doe het gewoon hier onder de tafel, wat kan mij dat schelen!” Dat we ons du moment middenin een vol sushirestaurant bevonden met feestelijk aangeklede familieleden aan tafel, sloeg ze in de wind. Zonder blikken of blozen (ik was nog even bang dat er net op dat moment een serveerster naar ons toe zou komen maar het was al te laat om twijfel te trekken) trok R. zo onder tafel haar strakke broek uit – overhandigde die aan mij en verwisselde ‘m voor een andere broek. Ik noem het een gave.
Ik wens jullie allemaal een jaar met heel veel mooie, memorabele weekends vol verwondering. Enne… Ze met me delen mag! 😉
3 Comments