Foto by Elza Jo
En ze leken bij de eerste aanblik nog wel zo mooi ruimtelijk en lofterig; de torenhoge plafonds in ons nieuwe appartement. On the other hand: na die ene kijkafspraak dacht ik ook dat de ramen in de woonkamer reusachtig lang waren, dat het zonlicht fel door de open ramen in de gang scheen en dat mijn woonwijk één kakofonie van gezellige, zomerse tafereeltjes was. Bij nader inzien blijk ik nu met zeven meter gordijn te zitten dat aan de onderkant ongeveer een meter te lang is, blijkt die lange gang geen enkel raam te bezitten en zie je hier geen kip. Ik vlieg bijna de vakkenvullers van de AH om de hals, blij dat ik weer echte ménsen zie.
Maar wat die plafonds betreft: die zijn zeker mooi ruimtelijk (alleen toch niet zo lofterig). Eigenlijk een beetje té ruimtelijk. Want die bevinden zich op zo’n vijf meter hoogte vanaf de vloer. En hoe ga je daar dan bij komen om, let’s say, een spinnenweb te verwijderen, een lamp te verwisselen of te doen wat-men-dan-ook-doet-met-het-plafond? Nu hadden we de mazzel dat de vorige bewoner een waanzinnig lui mens bleek die te beroerd was om zijn oude lamp nog te komen verwijderen (het nadeel daarvan is dat wij nog steeds al zijn Center Parcs-post krijgen), waardoor we in ieder geval licht hebben in onze lange hoge gang. Maar er waren ook andere overblijfselen aanwezig van de vorige bewoner (naast heel veel haar in het doucheputje), en wel een rookmelder, aan datzelfde plafond.
Onze eerste reactie hierop was: fijn, want zo zullen we in ieder geval niet gevonden worden als verkoolde lijken als we vergeten om onze aardappels van het vuur te halen. Minder fijn vonden we het dat diezelfde rookmelder in het weekend voor oud & nieuw ineens piepjes begon te geven. Want: teken dat de batterij bijna op is, geen nieuwe batterij in huis en ook niet de freaky lengte om daar eigenhandig bij te kunnen komen. Gelukkig had mijn vader hier nog een gigantisch hoge ladder rondslingeren (don’t ask…) die we na drie vingerkneuzingen vast hebben kunnen zetten tussen de twee muren. En toen moest vriendlief – gezegend met een meer dan gezonde dosis hoogtevrees – de ladder op om de batterij uit de rookmelder te verwijderen.
Needless to say ging dit niet helemaal vlekkeloos, en toen de rookmelder alleen maar harder en sneller begon te piepen en het ding verder met geen mogelijkheid open te krijgen was, besloot mon amour in een aanval van blinde paniek om het hele ding dan maar fijnzinnig aan gruzelementen te slaan met een hamer. Terwijl ik onder de ladder doordanste om de brokstukken op te vangen (anders zou mijn nieuwe laminaat – dat ook al zo leuk was om te leggen – weer naar de filistijnen gaan), kwam vriendlief er achter dat de rookmelder eigenlijk toch eigenlijk wel heel gemakkelijk open te maken was geweest, door het hele ding een kwartslag naar rechts te draaien. Maar, detail.
Als er morgen in de krant staat dat er twee verkoolde lijken gevonden zijn in een appartement met hysterisch hoge plafonds, weet je in ieder geval welke geschiedenis daaraan vooraf is gegaan.
4 Comments