Furby-fobie

Graaf even diep in je geheugen en remember de Furby. Één keer heb ik de zware taak op mij genomen om te babysitten op de pluizige troetel van een vriend van mijn broertje. Het leek me wel leuk, zo’n furry friend. Maar op die mening kwam ik al gauw terug. Het beest blééf maar doorbrabbelen in Furby-taal waar ik geen reet van begreep. Op geen enkele manier kreeg ik ‘m stil. Ik voedde ‘m (door op z’n tong te drukken), sprak lieve woordjes tegen hem en wiegde hem zelfs in slaap, maar het mocht niet baten. Hij was zelfs zó praatgraag, dat hij mij uit mijn slaap hield door midden in de nacht liedjes te gaan zingen. Als ik ‘m dan uit pure woede een klap op z’n kop gaf, bleef ‘ie hangen en hoorde je alleen een ontzettend irritant “Wuuuuuuuuuuuuuuuuh!”. Ook geen succes dus. Vele keren heb ik, gewapend met schroevendraaier, een einde aan Furby’s leven moeten maken door zijn batterijen uit ‘m te rukken. Met een mini-trauma tot gevolg.
En ik kan mijn lol op, want Furby is back in een new & improved versie. Naast het feit dat Furby 2 er verschrikkelijk eng uitziet, schijnt hij ook nog eens méér te kunnen praten dan zijn broertje. Volgens bedrijf Hasbro, waar de biologische ouders van het wezen zich huisvesten, is Furby één brok “intelligentie, expressie, nieuwsgierigheid, plezier en bovenal: LIEFDE!”
Ik stel voor om de Furby-makers allen een Furby 2 te schenken. Voor op hun nachtkastje.

9 Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *