Mijn broertje – net kersverse vader geworden van het schattigste schepsel ooit – vertelde dat de kraamverzorgster de deuren van de douchecabine eruit gelopen had. Ik wilde nog graag weten hoe of waarom, liefst met levensechte animaties, maar daar was geen tijd voor want nou ja, als je eenmaal een baby hebt, is er geen tijd voor koetjes & kalfjes meer. Enfin: mijn broertje vertelde dat hij de hulp had ingeroepen van mijn vader. Die kwam langs om de douchecabine te repareren. Nu moet je weten: mijn vader doet bijna alles wat hij doet, ’t liefst liggend. We weten ook niet waarom; maar hij had beslist geboren moeten worden aan boord van een raket. Dus lag mijn vader languit in mijn broertje’s badkamer om de douchecabine te repareren. Mijn broertje ging even weg, keerde even later weer terug en keek naar de rode sokken van mijn vader. “Ik dacht: wat gek!”, zei hij later tegen mij, “Ik dacht namelijk dat hij aan was gekomen met bláuwe sokken aan” (op dat moment lag ik al onder tafel van het lachen). Toen hij mijn vader daarmee confronteerde – die op dat moment horizontaal lag te puffen van de noeste arbeid – deed die het mysterie af, door te zeggen: “Hè? Ja, is vast chocola ofzo.” Ik wijt het aan een nijpend slaaptekort dat mijn broertje toen niet met een heel groot vraagteken boven zijn hoofd verder heeft gevraagd (ik zit namelijk op en neer te springen in mijn bureaustoel van verontwaardiging terwijl ik dit schrijf), maar hij zei dat hij het wel vreemd vond, maar er verder niks mee deed, tot hij in de hoek van de badkamer – ongeveer aan het voeteneind van mijn vader – een fles chloor ondersteboven zag liggen. Leeg. Omdat íemand mijn vader er toch mee moest confronteren, deed ik dat later, tijdens een bezoek aan mijn ouderlijk huis, met de vraag of hij zijn sokken had gedip-dyed. Mijn vader: “Hè?” (altijd het eerste wat hij zegt in een conversatie) “nee, ik weet al wat dat was: ik gebruik van die hardnekkige kit.” Waarop mijn moeder verontwaardigd vanaf de andere kant van de tafel riep: “Ik heb je sokken gewassen nadat je thuiskwam, dat was zeker weten chloor!”. En je weet wat ze zeggen: mama knows best. Mijn vader is er niet meer op teruggekomen.
Je kent vast wel de blikken Kusmi Tea waar ik hier op nenz.net al vaker over heb geschreven. Het is Russische thee uit Parijs, die in prachtige blikjes wordt verpakt. Die blikjes zijn zo mooi, dat je ze ’t liefst allemaal zou willen kopen. Daarom is het ook zo fijn dat er ook mini-blikjes van worden verkocht, voor een euro of vier, zodat je de verschillende smaken allemaal uit kunt proberen.
Mijn moeder toonde mij laatst trots de inhoud van haar keukenkastje, alwaar een keurige rij van die mini-blikjes stond opgestapeld. “Welke smaak wil je?”, vroeg ze, terwijl ze een rits blikjes uit de kast trok. “Verras me maar”, zei ik. Maar toen mijn moeder blikje één – enkele dagen daarvoor vers gekocht bij een leuk woonwinkeltje in de stad – opentrok, bleek dat nagenoeg leeg. “Hè?!”, zei mijn moeder verbaasd. Waarna ze een ander nieuw blikje opende. Dat ook maar tot een derde gevuld was. Mijn moeder keek op de deksel en riep uit: “Shit, ik heb de TESTERS gekocht!”. En inderdaad: op het deksel van de blikjes prijkte een grote ronde sticker die zelf vanuit het Internationale Ruimtestation ISS zichtbaar zou zijn, met daarop in viltstift geschreven: ‘TESTER’. Dat kan ook alleen mijn familie overkomen.
En oké, eerlijk is eerlijk nadat ik hierbij de was van mijn familie heb buiten gehangen zal ik ook iets weirds van mezelf delen: ik zat laatst middenin mijn slaap rechtop in bed, keerde mij naar vriendlief en sprak de woorden (zegt hij): “Heb je de loempia’s wel koud gelegd?”. Note: wij leven in een loempia-vrij huishouden (als hier al een loempia binnenkomt, is ‘ie namelijk meteen op). Tja, wat wil je: het zit in de familie…